Sien ook April
Naamval Enkelvoud Meervoud
  Onbepaald Bepaald Onbepaald Bepaald
Nominatief april m aprilmåneden aprilmåneder aprilmånedene  
Genitief aprils aprilmånedens aprilmåneders aprilmånedenes
april, meervoud: aprilmaaneder
IPA: [aˈpriːl], bepaald: [a˅priːlmoːn(ə)dən]; meervoud: [a˅priːlmoːn(ə)dər], bepaald: [a˅priːlmoːn(ə)dənə]
April
fåremåned, gressmåned, vårmåned


Enkelvoud Meervoud
Naamval Onbepaald Bepaald Onbepaald Bepaald
Nominatief april g aprilmåneden aprilmåneder aprilmånederne  
Genitief aprils aprilmånedens aprilmåneders aprilmånedernes
april, meervoud: aprilmaaneder
IPA: [æˈpʁiˑˀl], bepaald: [æˈpʁiˑˀlˌmo̜ːnəðən]; meervoud: [æˈpʁiˑˀlˌmo̜ːnəðɐ], bepaald: [æˈpʁiˑˀlˌmo̜ːnəðɐnə]
April
fåremåned, græsmåned


Enkelvoud Meervoud
  april     apriles  
IPA: [aˈpɾil], meervoud: [aˈpɾiles]
April


Enkelvoud Meervoud
  april     apriles  
IPA: [aˈpriːl], meervoud: [aˈpriːlɛs]
April


Enkelvoud Meervoud
april
април
apriles
априлес
IPA: [aˈpril], meervoud: [aˈpriles]
април, meervoud: априлес
April


Enkelvoud Meervoud
Naamwoord april m aprilmaanden 
Verkleinwoord aprilletje aprilletjes 
Verouderde vorme
Genitief aprils aprilmaanden
April, meervoud: Aprilmaanden
IPA:
Nederlands: [aˈprɪɫ], meervoud: [aˈprɪɫˌmaːndə(n)]
Belgies: [ɑˈpʀɪɫ], meervoud: [ɑˈpʀɪɫˌmaːndə(n)]
April
grasmaand, kiemmaand, paasmaand, eiermaand


Naamval Enkelvoud Meervoud
Onbepaald Bepaald Onbepaald Bepaald
Nominatief april m aprilmånaden aprilmånader aprilmånadene
Genitief aprils aprilmånadens aprilmånaders aprilmånadenes
april, meervoud: aprilmaanader
IPA: [aˈpriːl], bepaald: [a˅priːlmoːnaən]; meervoud: [a˅priːlmoːnaər], bepaald: [a˅priːlmoːnaənə]
April
fåremånad, gressmånad, vårmånad, såmånad, sipemånad


Naamval Enkelvoud Meervoud
Onbepaald Bepaald Onbepaald Bepaald
Nominatief april g aprilmånaden aprilmånader aprilmånaderna
Genitief aprils aprilmånadens aprilmånaders aprilmånadernas
IPA: [aˈpril], bepaald: [a˅prilmoːnadən]; meervoud: [a˅prilmoːnadər], bepaald: [a˅prilmoːnadəɳa]
April
gräsmånad