Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
Jaarwoordgenerator
Vul hier een jaartal in (vanaf 1800) en ontdek welke woorden er in dat jaar aan het Nederlands werden toegevoegd.
|
kraal - (rond siervoorwerpje aan ketting)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdamkraal zn. ‘sierbolletje met rijgopening’ P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpenkraal1 [rond siervoorwerpje aan ketting] {crael 1480} nevenvorm van koraal2. J. de Vries (1971), Nederlands Etymologisch Woordenboek, Leidenkraal 1, koraal znw. v., mnl. crael, corael o. < ofra. coral (nfra. corail), of rechtstreeks uit mlat. corallus, lat. coralium < gr. korállion. — > russ. mv. králi, kralí, vgl. R. v. d. Meulen, Verh. AW Amsterdam 66, 2 (1959), 52. N. van Wijk (1936 [1912]), Franck's Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, 2e druk, Den Haagkraal I, koraal als stofnaam o., mnl. crael naast corael o. Uit ofr. coral (fr. corail) òf direct uit mlat. corallus, lat. coralium ontleend. Dit uit gr. korállion, dat misschien weer van sem. oorsprong is. Ook in andere talen ontleend. Voor de uitstooting van de vóórtonige vocaal vgl. kraak, krant, knier, brat. Dial. ook kralie (Vel., Sliedrecht). J. Vercoullie (1925), Beknopt etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, Den Haag / Gentkraal 1 v., z. koraal 1 en koraal 2, en vergel. kraak, krant, brak, enz. Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands
G.J. van Wyk (2003), Etimologiewoordeboek van Afrikaans, Stellenbosch1kraal s.nw. S.P.E. Boshoff en G.S. Nienaber (1967), Afrikaanse etimologieë, Die Suid-Afrikaanse Akademie vir Wetenskap en Kunskraal I: dim. kraaltjie/kraletjie, versiersel; Ndl. kraal/koraal (Mnl. c(o)rael) uit Ofr. coral (Fr. corail) of direk uit Ll. corallus uit Lat. coralium, Gr. koralion – i.s. el. v. vok. tussen anl. k en r v. Ndl. krant en Afr. kraf(fie). Thematische woordenboeken
N. van der Sijs (2005), Groot Leenwoordenboekkraal ‘siervoorwerp’ (Oudfrans coral of Latijn corallum)
Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015kraal ‘element van sierketting’ -> Russisch králi, kralí ‘koralen, glasparels of onechte parels, waarmee de boerinnen hun hals versieren; halssnoer’; Menadonees kral ‘element van sierketting’; Sranantongo krara (ouder: krala) ‘element van sierketting’; Arowaks korara ‘element van sierketting’ <via Sranantongo>. Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamkraal element van sierketting 1480 [MNW] Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |