Arthur Wemel

Arthur Wemel is de kostwinner van de familie Wemel. Hij verdient niet zo veel en werkt op de afdeling Misbruikpreventie van Dreuzelvoorwerpen op het Ministerie van Toverkunst. Hij heeft een voorliefde voor Dreuzelspullen, vooral voor stekkers en batterijen, waar hij een grote verzameling van heeft. Als er Dreuzels in de buurt zijn kan hij het bijna niet laten om met ze te gaan praten over dreuzeluitvindingen en machines.

Aan het begin van De Geheime Kamer heeft hij een Ford Anglia die hij heeft aangepast. Zo kan de auto vliegen, onzichtbaar worden en past de hele familie en Harry Potter er in, inclusief bagage (zes hutkoffers, bezems, twee uilen en een rat). De auto wordt gebruikt door zijn drie jongste zoons om Harry op te halen en later door Harry en Ron om alsnog op Zweinstein te komen. De auto verdwijnt daar in het verboden bos.

In 1996 wordt hij door Rufus Schobbejak gepromoveerd tot hoofd van de Afdeling voor de Opsporing en Inbeslagneming van Vervalste Verdedigingsspreuken en Beveiligende Voorwerpen.

Hij is getrouwd met Molly Wemel en vader van zeven kinderen. Arthur Wemel heeft, volgens J.K. Rowling, twee broers. Hij heeft geen zussen, aangezien J.K. ook zei dat Ginny het eerste meisje in de Wemelfamilie sinds generaties is.

Arthur zat, net als zijn vrouw en kinderen, bij Griffoendor.

In Harry Potter & de Orde van de Feniks raakt hij zwaargewond door een aanval van Voldemorts slang Nagini. Hij wordt dankzij Harry, die op dat moment mentaal met Voldemort is verbonden en dus ziet wat er in Voldemorts omgeving gaande is, echter tijdig ontdekt en geneest volledig na een verblijf in St. Holisto's Hospitaal voor Magische Ziektes en Zwaktes. Rowling maakte in een interview bekend dat ze oorspronkelijk van plan was Arthur in dit boek te laten sterven aan de gevolgen van de aanval, maar kwam terug op die beslissing omdat hij een van de weinige goede vaders in de serie is.^[2] In ruil voor het sparen van Arthurs leven liet ze echter in het laatste boek Remus Lupos en Nymphadora Tops om het leven komen.