Wikipedia

Wereldkampioenschappen schaatsen allround vrouwen

De Internationale Schaatsunie (ISU; International Skating Union) organiseert sinds 1936 het Wereldkampioenschap schaatsen allround voor vrouwen.

ISU World Allround Speed Skating Championships
Sport Schaatsen
Regio Wereldkampioenschap
Bond/organisator ISU
Eerste editie 1933 in Oslo
Regerend kampioen
Vlag van Nederland Joy Beune
Recordkampioen Vlag van Duitsland Gunda Niemann met 8 titels
Portaal  Portaalicoon   Sport

In de drie voorgaande jaren werd er een officieus toernooi georganiseerd door de plaatselijke Oslo Skøiteklubb (OSK) in Oslo, Noorwegen. Vanwege de Tweede Wereldoorlog werden er geen kampioenschappen georganiseerd van 1940 tot en met 1946.

In de loop der jaren zijn de verreden afstanden regelmatig gewijzigd. Tegenwoordig wordt op een allround toernooi voor vrouwen de grote vierkamp verreden. Aan de hand van de gereden tijden wordt een klassement opgemaakt.

Edities

bewerken
Editie Jaar Plaats IJsbaan Datum Soort vierkamp Landen Deelnemers
Totaal Slotaf.
↓ ISU-kampioenschappen (gezamenlijk met mannen) ↓
↓ Wereldkampioenschap allround: tweejaarlijks, in de even jaren ↓
↓ Wereldkampioen: degene met de minste totaalpunten ↓
81 2026 onbekend onbekend 6-8 maart Kleine vierkamp
80 2024   Inzell Max Aicher Arena 8-10 maart Kleine vierkamp
79 2022   Hamar Vikingskipet 5-6 maart Kleine vierkamp 9 18 (8)
↓ Wereldkampioenschap allround: jaarlijks ↓
78 2020   Hamar Vikingskipet 29 februari-1 maart Kleine vierkamp 13 24 (8)
77 2019   Calgary Olympic Oval 2-3 maart Kleine vierkamp 13 24 (8)
76 2018   Amsterdam Olympisch Stadion 9-10 maart Kleine vierkamp 12 24 (8)
75 2017   Hamar Vikingskipet 4-5 maart Kleine vierkamp 13 24 (8)
74 2016   Berlijn Sportforum Hohenschönhausen 5-6 maart Kleine vierkamp 11 24 (8)
73 2015   Calgary Olympic Oval 7-8 maart Kleine vierkamp 13 24 (8)
72 2014   Heerenveen Thialf 22-23 maart Kleine vierkamp 10 22 (8)
71 2013   Hamar Vikingskipet 16-17 februari Kleine vierkamp 11 24 (8)
70 2012   Moskou Krylatskoje 18-19 februari Kleine vierkamp 10 24 (12)
69 2011   Calgary Olympic Oval 12-13 februari Kleine vierkamp 10 24 (12)
68 2010   Heerenveen Thialf 20-21 maart Kleine vierkamp 10 24 (12)
67 2009   Hamar Vikingskipet 7-8 februari Kleine vierkamp 11 24 (12)
66 2008   Berlijn Sportforum Hohenschönhausen 9-10 februari Kleine vierkamp 11 24 (12)
65 2007   Heerenveen Thialf 9-11 februari Kleine vierkamp 9 24 (12)
64 2006   Calgary Olympic Oval 18-19 maart Kleine vierkamp 12 24 (12)
63 2005   Moskou Krylatskoje 5-6 februari Kleine vierkamp 10 24 (12)
62 2004   Hamar Vikingskipet 7-8 februari Kleine vierkamp 9 24 (12)
61 2003   Göteborg Ruddalens Idrottsplats 8-9 februari Kleine vierkamp 10 24 (12)
60 2002   Heerenveen Thialf 15-17 maart Kleine vierkamp 9 24 (12)
59 2001   Boedapest Városligeti Műjégpálya 10-11 februari Kleine vierkamp 10 24 (12)
58 2000   Milwaukee Pettit National Ice Center 5-6 februari Kleine vierkamp 11 24 (12)
57 1999   Hamar Vikingskipet 6-7 februari Kleine vierkamp 9 24 (12)
56 1998   Heerenveen Thialf 13-15 maart Kleine vierkamp 15 28 (12)
55 1997   Nagano M-Wave 14-16 februari Kleine vierkamp 17 30 (12)
54 1996   Inzell Ludwig Schwabl Stadion 2-4 februari Kleine vierkamp 15 28 (12)
↓ ISU-kampioenschappen (vrouwen apart kampioenschap) ↓
53 1995   Savalen Savalen kunstisbane 3-4 maart Kleine vierkamp 14 26 (12)
52 1994   Butte High Mountain Altitude Rink 5-6 februari Kleine vierkamp 11 23 (12)
51 1993   Berlijn Sportforum Hohenschönhausen 6-7 februari Kleine vierkamp 16 31 (12)
50 1992   Heerenveen Thialf 7-8 maart Kleine vierkamp 14 32 (16)
49 1991   Hamar Hamar Stadion 2-3 februari Kleine vierkamp 15 31 (16)
48 1990   Calgary Olympic Oval 10-11 februari Kleine vierkamp 13 26 (16)
47 1989   Lake Placid James B. Sheffield Olympic Skating Rink 4-5 februari Kleine vierkamp 13 29 (16)
46 1988   Skien Skien isstadion 12-13 maart Kleine vierkamp 14 28 (16)
45 1987   West Allis State Fair Park 7-8 februari Kleine vierkamp 15 32 (16)
↓ Wereldkampioen: winnaar van drie van de vier afstanden, anders degene met de minste totaalpunten ↓
44 1986   Den Haag De Uithof (openlucht) 8-9 februari Kleine vierkamp 18 34 (16)
43 1985   Sarajevo Zetra Ice Rink 9-10 februari Kleine vierkamp 15 31 (16)
42 1984   Deventer IJsselstadion 28-29 januari Kleine vierkamp 13 30 (16)
41 1983   Karl-Marx-Stadt Eissportkomplex Küchwald 19-20 februari Kleine vierkamp 13 32 (16)
40 1982   Inzell Ludwig Schwabl Stadion 13-14 februari Minivierkamp 15 30 (16)
39 1981   Sainte-Foy Gaétan Boucher Oval 6-7 februari Minivierkamp 11 30 (16)
38 1980   Hamar Hamar Stadion 12-13 februari Minivierkamp 13 31 (16)
37 1979   Den Haag De Uithof (openlucht) 3-4 februari Minivierkamp 14 31 (16)
36 1978   Helsinki Oulunkylän liikuntapuisto 4-5 maart Minivierkamp 13 31 (16)
35 1977   Keystone Speed & Figure Skating Centre 12-13 februari Minivierkamp 10 23 (16)
34 1976   Gjøvik Gjøvik Stadion 21-22 februari Minivierkamp 10 29 (16)
33 1975   Assen IJsstadion Drenthe 22-23 februari Minivierkamp 13 30 (16)
32 1974   Heerenveen Thialf 23-24 februari Minivierkamp 12 29 (16)
31 1973   Strömsund Strömsvallen ijsbaan 24-25 februari Minivierkamp 11 26 (16)
30 1972   Heerenveen Thialf 4-5 maart Minivierkamp 11 30 (16)
29 1971   Helsinki Kallion Tekojäärata 6-7 februari Minivierkamp 11 30 (16)
28 1970   West Allis State Fair Park 28 februari-1 maart Minivierkamp 8 22 (16)
27 1969   Grenoble Anneau de Vitesse de Grenoble 1-2 februari Minivierkamp 11 29 (16)
26 1968   Helsinki Pirkkola 27-28 januari Minivierkamp 12 32 (16)
25 1967   Deventer IJsselstadion 18-19 februari Minivierkamp 12 33 (16)
24 1966   Trondheim Øya Stadion 12-13 februari Minivierkamp 15 35 (16)
23 1965   Oulu IJsbaan van Oulu 6-7 februari Minivierkamp 12 30 (16)
22 1964   Kristinehamn Björkvallen ijsbaan 15-16 februari Minivierkamp 13 34 (16)
21 1963   Karuizawa Skating Center Karuizawa 21-22 februari Minivierkamp 13 34 (16)
20 1962   Imatra IJsbaan van Imatra 17-18 februari Minivierkamp 12 31 (16)
19 1961   Tønsberg Tønsberg stadion 11-12 februari Minivierkamp 10 30 (16)
18 1960   Östersund Fyrvalla 30-31 januari Minivierkamp 11 28 (16)
17 1959   Sverdlovsk IJsbaan van Sverdlovsk 28 februari-1 maart Minivierkamp 9 26 (16)
16 1958   Kristinehamn IJsbaan van Kristinehamn 8-9 februari Minivierkamp 10 26 (16)
15 1957   Imatra IJsbaan van Imatra 9-10 februari Minivierkamp 8 25 (25)
14 1956   Kvarnsveden IJsbaan van Kvarnsveden 4-5 februari Minivierkamp 7 25 (23)
13 1955   Kuopio IJsbaan van Kuopio 12-13 februari 500/3000/1000/5000m 5 17 (17)
12 1954   Östersund Fyrvalla 20-21 februari 500/3000/1000/5000m 5 18 (12)
11 1953   Lillehammer IJsbaan van Lillehammer 21-22 februari 500/3000/1000/5000m 4 16 (16)
10 1952   Kokkola IJsbaan van Kokkola 1-2 maart 500/3000/1000/5000m 4 14 (14)
9 1951   Eskilstuna Tunavallen 3-4 februari 500/3000/1000/5000m 3 10 (10)
8 1950   Moskou Dinamostadion 11-12 februari 500/3000/1000/5000m 5 19 (19)
7 1949   Kongsberg Idrætsplassen Kongsberg 12-13 februari 500/3000/1000/5000m 5 20 (18)
6 1948   Turku IJsbaan van Turku 13-14 februari 500/3000/1000/5000m 5 12 (12)
5 1947   Drammen Gamle Marienlyst Stadion 8-9 februari 500/3000/1000/5000m 3 11 (10)
4 1939   Tampere Ratina Stadion (oud) 26-27 februari 500/3000/1000/5000m 3 8 (8)
3 1938   Oslo Frogner Stadion 9-10 februari 500/3000/1000/5000m 5 10 (8)
2 1937   Davos Eisstadion Davos 30-31 januari 500/3000/1000/5000m 5 6 (5)
1 1936   Stockholm Stockholm Stadion 1-2 februari 500/3000/1000/5000m 7 15 (10)
↓ Pré ISU-kampioenschappen ↓
↓ Wereldkampioen: winnaar van twee van de drie afstanden, anders degene met de minste totaalpunten ↓
– 1935   Oslo Frogner Stadion 26-27 februari 1000/500/1500m 4 10 (10)
– 1934   Oslo Frogner Stadion 11-12 februari 1000/500/1500m 2 10 (8)
– 1933   Oslo Frogner Stadion 5-6 februari 1000/500/1500m 3 11 (10)

Medaillewinnaars klassement

bewerken
Jaar Plaats   Goud   Zilver   Brons
↓ ISU-kampioenschappen ↓
↓ Wereldkampioenschap allround: tweejaarlijks, in de even jaren ↓
↓ Wereldkampioen: degene met de minste totaalpunten ↓
2024   Inzell   Joy Beune   Marijke Groenewoud   Antoinette Rijpma-de Jong
2022   Hamar   Irene Schouten   Miho Takagi   Antoinette de Jong
↓ Wereldkampioenschap allround: jaarlijks ↓
2020   Hamar   Ireen Wüst   Ivanie Blondin   Antoinette de Jong
2019   Calgary   Martina Sáblíková   Miho Takagi   Antoinette de Jong
2018   Amsterdam   Miho Takagi   Ireen Wüst   Annouk van der Weijden
2017   Hamar   Ireen Wüst   Martina Sáblíková   Miho Takagi
2016   Berlijn   Martina Sáblíková   Ireen Wüst   Antoinette de Jong
2015   Calgary   Martina Sáblíková   Ireen Wüst   Ida Njåtun
2014   Heerenveen   Ireen Wüst   Olga Graf   Yvonne Nauta
2013   Hamar   Ireen Wüst   Diane Valkenburg   Jekaterina Sjichova
2012   Moskou   Ireen Wüst   Martina Sáblíková   Christine Nesbitt
2011   Calgary   Ireen Wüst   Christine Nesbitt   Martina Sáblíková
2010   Heerenveen   Martina Sáblíková   Kristina Groves   Ireen Wüst
2009   Hamar   Martina Sáblíková   Kristina Groves   Ireen Wüst
2008   Berlijn   Paulien van Deutekom   Ireen Wüst   Kristina Groves
2007   Heerenveen   Ireen Wüst   Anni Friesinger   Cindy Klassen
2006   Calgary   Cindy Klassen   Claudia Pechstein   Kristina Groves
2005   Moskou   Anni Friesinger   Cindy Klassen   Claudia Pechstein
2004   Hamar   Renate Groenewold   Claudia Pechstein   Wieteke Cramer
2003   Göteborg   Cindy Klassen   Claudia Pechstein   Daniela Anschütz
2002   Heerenveen   Anni Friesinger   Cindy Klassen   Claudia Pechstein
2001   Boedapest   Anni Friesinger   Claudia Pechstein   Renate Groenewold
2000   Milwaukee   Claudia Pechstein   Gunda Niemann   Maki Tabata
1999   Hamar   Gunda Niemann   Claudia Pechstein   Tonny de Jong
1998   Heerenveen   Gunda Niemann   Claudia Pechstein   Anni Friesinger
1997   Nagano   Gunda Niemann   Claudia Pechstein   Tonny de Jong
1996   Inzell   Gunda Niemann   Claudia Pechstein   Mie Uehara
1995   Savalen   Gunda Niemann   Ljoedmila Prokasjeva   Annamarie Thomas
1994   Butte   Emese Hunyady   Ulrike Adeberg   Mihaela Dascalu
1993   Berlijn   Gunda Niemann   Emese Hunyady   Heike Warnicke-Schalling
1992   Heerenveen   Gunda Niemann   Emese Hunyady   Seiko Hashimoto
1991   Hamar   Gunda Niemann   Heike Warnicke-Schalling   Lia van Schie
1990   Calgary   Jacqueline Börner   Seiko Hashimoto   Constanze Moser-Scandolo
1989   Lake Placid   Constanze Moser-Scandolo   Gunda Niemann   Yvonne van Gennip
1988   Skien   Karin Kania   Yvonne van Gennip   Erwina Rys-Ferens
1987   West Allis   Karin Kania   Andrea Mitscherlich   Yvonne van Gennip
↓ Wereldkampioen: winnaar van drie van de vier afstanden, anders degene met de minste totaalpunten ↓
1986   Den Haag   Karin Kania   Andrea Mitscherlich   Sabine Brehm
1985   Sarajevo   Andrea Mitscherlich   Gabi Schönbrunn   Sabine Brehm
1984   Deventer   Karin Enke   Andrea Mitscherlich   Gabi Schönbrunn
1983   Karl-Marx-Stadt   Andrea Mitscherlich   Karin Enke   Valentina Lalenkova-Golovenkina
1982   Inzell   Karin Busch-Enke   Andrea Mitscherlich   Natalja Petroeseva
1981   Sainte-Foy   Natalja Petroeseva   Karin Enke   Sarah Docter
1980   Hamar   Natalja Petroeseva   Beth Heiden   Bjørg Eva Jensen
1979   Den Haag   Beth Heiden   Natalja Petroeseva   Sylvia Burka
1978   Helsinki   Tatjana Averina   Galina Stepanskaja   Marion Dittmann
1977   Keystone   Vera Brindzej   Galina Stepanskaja   Galina Nikitina
1976   Gjøvik   Sylvia Burka   Tatjana Averina   Sheila Young
1975   Assen   Karin Kessow   Tatjana Averina   Sheila Young
1974   Heerenveen   Atje Keulen-Deelstra   Tatjana Averina   Nina Statkevitsj
1973   Strömsund   Atje Keulen-Deelstra   Tatjana Sjelechova-Rastopsjina   Trijnie Rep
1972   Heerenveen   Atje Keulen-Deelstra   Stien Baas-Kaiser   Dianne Holum
1971   Helsinki   Nina Statkevitsj   Stien Kaiser   Ljoedmila Titova
1970   West Allis   Atje Keulen-Deelstra   Stien Kaiser   Sigrid Sundby
1969   Grenoble   Lasma Kauniste   Stien Kaiser   Ans Schut
1968   Helsinki   Stien Kaiser   Ans Schut   Carry Geijssen
1967   Deventer   Stien Kaiser   Lasma Kauniste   Dianne Holum
1966   Trondheim   Valentina Stenina   Kim Song-sun   Stien Kaiser
1965   Oulu   Inga Voronina-Artamonova   Valentina Stenina   Stien Kaiser
1964   Kristinehamn   Lidia Skoblikova   Inga Voronina-Artamonova   Tamara Rylova
1963   Karuizawa   Lidia Skoblikova   Inga Voronina-Artamonova   Valentina Stenina
1962   Imatra   Inga Voronina-Artamonova   Lidia Skoblikova   Albina Toezova
1961   Tønsberg   Valentina Stenina   Albina Toezova   Lidia Skoblikova
1960   Östersund   Valentina Stenina   Tamara Rylova   Lidia Skoblikova
1959   Sverdlovsk   Tamara Rylova   Valentina Stenina   Lidia Skoblikova
1958   Kristinehamn   Inga Artamonova   Tamara Rylova   Sofia Kondakova
1957   Imatra   Inga Artamonova   Tamara Rylova   Lidia Selichova
1956   Kvarnsveden   Sofia Kondakova   Rimma Zjoekova   Tamara Rylova
1955   Kuopio   Rimma Zjoekova   Tamara Rylova   Sofia Kondakova
1954   Östersund   Lidia Selichova   Rimma Zjoekova   Sofia Kondakova
1953   Lillehammer   Chalida Sjtsjegolejeva   Rimma Zjoekova   Lidia Selichova
1952   Kokkola   Lidia Selichova   Maria Anikanova   Randi Thorvaldsen
1951   Eskilstuna   Eevi Huttunen   Randi Thorvaldsen   Ragnhild Mikkelsen
1950   Moskou   Maria Isakova   Zinaida Krotova   Rimma Zjoekova
1949   Kongsberg   Maria Isakova   Zoja Cholsjtsjevnikova   Rimma Zjoekova
1948   Turku   Maria Isakova   Lidia Selichova   Zoja Cholsjtsjevnikova
1947   Drammen   Verné Lesche   Else Christiansen   Maggi Kvestad
1939   Tampere   Verné Lesche   Liisa Salmi   Laura Tamminen
1938   Oslo   Laila Schou Nilsen   Verné Lesche   Synnøve Lie
1937   Davos   Laila Schou Nilsen   Synnøve Lie   Verné Lesche
1936   Stockholm   Kit Klein   Verné Lesche   Synnøve Lie
↓ Pré ISU-kampioenschappen ↓
↓ Wereldkampioen: winnaar van twee van de drie afstanden, anders degene met de minste totaalpunten ↓
1935   Oslo   Laila Schou Nilsen   Synnøve Lie   Kit Klein
1934   Oslo   Undis Blikken   Verné Lesche   Synnøve Lie
1933   Oslo   Liselotte Landbeck   Synnøve Lie   Helen Bina

Medailleverdeling

bewerken

Eindklassement per land

bewerken

Bijgewerkt tot en met WK Allround 2024

 Plaats  Land   Goud   Zilver   Brons Totaal
Alle medailles
1   Sovjet-Unie 24 25 20 69
2   Duitsland/  DDR 22 20 10 52
3   Nederland 17 12 22 51
4   Tsjechië 5 2 1 8
5   Noorwegen 4 5 9 18
6   Canada 3 6 5 14
7   Finland 3 4 2 9
8   Oostenrijk 2 2 0 4
9   Verenigde Staten 2 1 7 10
10   Japan 1 3 4 8
11   Rusland 0 1 1 2
12   Kazachstan 0 1 0 1
  Noord-Korea 0 1 0 1
14   Polen 0 0 1 1
  Roemenië 0 0 1 1
Totaal 83 83 83 249

Eindklassement individueel

bewerken

Bijgewerkt tot en met WK Allround 2024

Top 20
# Naam       Totaal
1   /   Gunda Niemann 8 2 0 10
2   Ireen Wüst 7 4 2 13
3   Martina Sáblíková 5 2 1 8
4   Karin Enke 5 2 0 7
5   Inga Artamonova 4 2 0 6
6   Atje Keulen-Deelstra 4 0 0 4
7   Valentina Stenina 3 2 1 6
8   Anni Friesinger 3 1 1 5
9   Laila Schou Nilsen 3 0 0 3
  Maria Isakova 3 0 0 3
11   Stien Kaiser 2 4 2 8
12   Andrea Mitscherlich 2 4 0 6
13   Verné Lesche 2 3 1 6
14   Cindy Klassen 2 2 1 5
15   Lidia Skoblikova 2 1 3 6
16   Lidia Selichova 2 1 2 5
17   Natalja Petroesjova 2 1 1 4
18   Claudia Pechstein 1 8 2 11
19   Tamara Rilova 1 4 2 7
20   Rimma Zjoekova 1 3 2 6

Afstandmedailles

bewerken

Bijgewerkt tot en met WK Allround 2024

# Naam       Totaal
Top 20
1   /  Gunda Niemann 24 6 2 32
2   Martina Sáblíková 20 4 3 27
3   Ireen Wüst 15 23 9 47
4   Karin Kania-Enke 15 7 1 23
5   Verné Lesche 13 2 5 20
6   Inga Artamonova 12 6 5 23
7   Andrea Mitscherlich 12 5 2 19
8   Lidija Skoblikova 10 6 2 18
9   Anni Friesinger 9 5 5 19
10   Sofia Kondakova 9 4 0 13
11   Miho Takagi 9 2 0 11
12   Stien Kaiser 8 11 3 22
13   Rimma Zjoekova 8 7 7 22
14   Eevi Huttunen 7 5 4 16
15   Atje Keulen-Deelstra 6 2 4 12
16   Maria Isakova 6 2 2 10
  Christine Nesbitt 6 2 2 10
18   Laila Schou Nilsen 6 0 1 9
  Sheila Young 6 0 1 9
20   Claudia Pechstein 5 19 4 28

Statistieken

bewerken

Organiserende landen

bewerken
Bijgewerkt tot en met de WK allround van 2024.
Land Aantal Jaren
  Noorwegen 21 1933, 1934, 1935, 1938, 1947, 1949, 1953, 1966, 1976, 1980,
1988, 1991, 1995, 1999, 2004, 2013, 2017, 2020, 2022
  Nederland 14 1967, 1972, 1974, 1975, 1979, 1984, 1986, 1992, 1998, 2002,
2007, 2010, 2014, 2018
  Finland 10 1939, 1948, 1952, 1955, 1957, 1962, 1965, 1971, 1978
  Zweden 9 1936, 1951, 1954, 1956, 1958, 1960, 1964, 1973, 2003
  Verenigde Staten 6 1970, 1977, 1987, 1989, 1994, 2000
  Canada 6 1981, 1990, 2006, 2011, 2015, 2019
  Duitsland 6 1982, 1993, 1996, 2008, 2016, 2024
  Sovjet-Unie 2 1950, 1959
  Japan 2 1963, 1997
  Rusland 2 2005, 2012
  Frankrijk 1 1969
  Zwitserland 1 1937
  DDR 1 1983
  Joegoslavië 1 1985
  Hongarije 1 2001
Overgenomen van "https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Wereldkampioenschappen_schaatsen_allround_vrouwen&oldid=67647137"