• (IPA in voorbereiding)
  • brui·ne oor·fa·zant
enkelvoud meervoud
naamwoord bruine oorfazant bruine oorfazanten
verkleinwoord bruin oorfazantje bruine oorfazantjes

de bruine oorfazantm

  1. (hoendervogels) Crossoptilon mantchuricum   een vogel uit de familie fazantachtigen (Phasianidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1863 door Robert Swinhoe. Het is een door habitatverlies kwetsbaar geworden soort fazant uit China