tweeledig
- twee·le·dig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | tweeledig | tweelediger | tweeledigst |
verbogen | tweeledige | tweeledigere | tweeledigste |
partitief | tweeledigs | tweeledigers | - |
tweeledig
- bestaande uit twee verbonden delen
- De lange tweeledige bus kon veel passagiers vervoeren.
- met twee doelen
- Het doel van deze cursus is tweeledig. Op de eerste plaats kun je je Nederlands verbeteren en op de tweede plaats leer je wat over de Nederlandse samenleving.
- Het woord tweeledig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tweeledig" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be