Naar inhoud springen

Jodendom: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Jeroen (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
(50 tussenliggende versies door 3 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
[[Categorie:Jodendom]]
[[Categorie:Jodendom]]


Het '''jodendom''' is de [[religie]] van het [[Jood|joodse]] volk. Anders dan het [[christendom]] en de [[islam]], maar net als bij de [[Druzen]], wordt de religie volgens eigen regels als een interne aangelegenheid gezien tussen mensen die [[etniciteit|etnisch]] joods zijn.
Het '''jodendom''' is de [[religie]] van het [[Jood|joodse]] volk. Anders dan het [[christendom]] en de [[islam]], maar net als bij de [[Druzen]], wordt de religie volgens eigen regels als een interne aangelegenheid gezien tussen mensen die [[etniciteit|etnisch]] joods zijn


In vergelijking met de [[islam]] en het [[christendom]] is het een [[monotheïsme|monotheïstische]] religie (alhoewel het jodendom zelf stelt dat van bovenstaande twee alleen de islam een monotheïstische religie is).
In vergelijking met de [[islam]] en het [[christendom]] is het een [[monotheïsme|monotheïstische]] religie (alhoewel het jodendom zelf stelt dat van bovenstaande twee alleen de islam is).


Net als de twee jongere religies heeft het jodendom een bijbehorend heilig boek, de [[Tenach]]. Met uitzondering van een enkele passage in het [[Aramees]], is het in het [[Hebreeuws]] geschreven, dat dan heilige taal (lashon ha-kodesh) genoemd wordt.
Net als de twee jongere religies heeft het jodendom een bijbehorend heilig boek, de [[Tenach]]. Met uitzondering van een enkele passage in het [[Aramees]], is het in het [[Hebreeuws]] geschreven, dat dan heilige taal (lashon ha-kodesh) genoemd wordt.
De [[Tenach]] wordt als de openbaring van [[God]] Zelf gezien en is een kunstmatig woord dat is samengesteld uit de drie onderdelen waaruit hij bestaat (wet, profeten en geschriften).
De Tenach is later uitvoerig becommentarieerd (o.a. in de [[Talmoed]]).
Verder is er nog de joodse mystiek ([[Kabbala]] en [[Zohar]]) die grote invloed op het joodse geloof heeft gehad.


De kortstondige verering van de God [[Aton]] in [[Egypte]] zou verband kunnen hebben gehad met de invloed van het jodendom aldaar.


In het joodse geloof staan de volgende punten centraal:
<!---- Sommigen echter denken dat het [[zoroastrisme]] nog ouder is dan het jodendom en dat het jodendom er enkele elementen uit heeft overgenomen. wie dan? ---->

A. Het al eerder genoemde [[monotheïsme]] oftewel het geloof in één God.
Dit komt tot uiting in het bekende joodse gebed: '[[Sjema]] Jisraël, Adonai Elohenu Adonai Echad' wat betekent 'Hoor [[Israël]], de Heer onze God, de Heer is enig'.

B. Het door God met de [[Israëlieten]] gesloten verbond op de berg [[Sinaï]] waarbij de Israëlieten werden vertegenwoordigd door hun leidsman [[Mozes]]. Dit verbond ligt in de lijn met het verbond wat God reeds met de aartsvader [[Abraham]], [[Isaäk]] en [[Jakob]] sloot en waardoor zij Gods uitverkoren volk werden.
Als teken van dit verbond geldt dat alle joden van het mannelijk geslacht de [[besnijdenis]] moeten ondergaan. Vermeldenswaard is nog de [[Ark van het Verbond]] die de [[Tien Geboden]] bevatte.

C. De [[Torah]], dit is de wet die God op de berg Sinaï aan [[Mozes]] gaf en daarom ook wel de wet van Mozes wordt genoemd. Denk hierbij onder andere aan de spijswetten die bepalen welk voedsel [[koosjer]] (= rein) is en de instelling van de [[sjabbat]] (de zevende dag van de week) als rustdag. Het belangrijkste onderdeel van de Torah zijn de [[Tien Geboden]].

D. De (thans niet meer bestaande) [[tempel]] (alleen de zogeheten '[[klaagmuur]]' is nog over) waarin men vroeger God offers bracht, loofde en aanbad. Er is in de joodse geschiedenis twee keer een tempel gebouwd. De eerste maal onder koning [[Salomo]] die later is verwoest door de Babyloniërs. De tweede maal na de terugkeer uit de Babylonische ballingschap die in de eerste eeuw na Christus door de [[Romeinen]] is verwoest. In de tempel stond onder andere de [[Ark van het Verbond]].
In bepaalde orthodox-joodse kringen bestaan er plannen om de tempel te herbouwen.

E. Het [[messianisme]] wat inhoudt dat men de [[Messias]] verwacht Die een afstammeling van de beroemde koning [[David]] zal zijn Die de joden zal verlossen en leiden.

F. De stad [[Jeruzalem]] die als hoofdstad van het oude en nieuwe Israël een zeer belangrijke plaats inneemt, vooral op religieus terrein omdat het de plaats is waar Gods tempel stond. Een andere benaming voor Jeruzalem is [[Sion]] waar de term '[[zionisme]]' van is afgeleid (het terugkeren van de joden uit de [[diaspora]] (verstrooiing) naar Israël). Degenen die de Messias verwachten menen op grond van de Tenach dat Hij vanuit Jeruzalem zal regeren.

G. De Uittocht ([[Exodus]]) uit [[Egypte]] (de doortocht door de Schelfzee) waar men enige honderden jaren in ballingschap leefde waarvan het laatste gedeelte onder wrede onderdrukking door de toenmalige farao. Dit beslaat de periode tussen aartsvader Jakob en de leidsman [[Mozes]].
Er waren tien [[plagen]] voor nodig alvorens de farao bereid was de Israëlieten te laten gaan.
De instelling van het belangrijke [[Pesach]]-feest is hier het gevolg van.
Deze uittocht vond plaats onder leiding van Mozes en alvorens de Israëlieten het hun door God beloofde land [[Kanaän]] binnentrokken hebben ze veertig jaar in de Sinaï-woestijn doorgebracht alwaar God Zijn wet (de Torah) aan de Israëlieten gaf en Zijn verbond met hen sloot ([[Israëlieten]] is de naam waaronder de joden in de Tenach / het Oude Testament bekend stonden).
In verband hiermee kan worden opgemerkt dat wel is gesuggereerd dat de kortstondige verering van de god [[Aton]] in [[Egypte]] onder invloed van het toentertijd daar woonachtige jodendom zou hebben plaatsgevonden.

H. De Babylonische ballingschap.
Na koning Salomo (dit was de zoon van koning David) werd Israël gesplitst in een noordelijk (het Tienstammenrijk, ook wel [[Efraïm]] genoemd) en een zuidelijk deel (het Tweestammenrijk of ook wel [[Juda]] genoemd waar de joden hun naam aan te danken hebben).
Het eerste werd in de 8e eeuw voor Christus veroverd door [[Assyrië]] en de inwoners werden door deze weggevoerd.
Het tweede werd in de 6e eeuw voor Christus ingenomen door de Babyloniërs en grotendeels weggevoerd naar [[Babylonië]] waar ze pas na vijftig jaar onder de toenmalige heersers uit [[Perzië]] mochten terugkeren naar Juda.
Op grond van dit verblijf aldaar is er gespeculeerd of het joodse geloof elementen uit het Perzische geloof, het [[zoroastrisme]], zou hebben overgenomen maar daar zijn geen afdoende bewijzen voor.
Na terugkeer heeft men de door de Babyloniërs verwoeste tempel en de stad Jeruzalem herbouwd.

I. Het grote belang dat in het jodendom wordt gehecht aan de profeten die namens God spraken. Bekende namen zijn [[Amos]], [[Jesaja]], [[Jeremia]], [[Elia]], Elisa, [[Daniël]] en [[Jona]] (sommige van hen hebben een eigen boek in de Tenach).
Ook de bekende Samuël uit de tijd van de eerste koning Saul was een profeet van God.

J. De feesten. Bijvoorbeeld het al eerder genoemde feest van de Uittocht uit Egypte, [[Pesach]] (Pasen) alsook het daarmee verband houdende [[Sjawoeoth]] of Wekenfeest (valt ongeveer samen met het christelijke Pinksterfeest dat daarvan is afgeleid) dat zeven weken na Pesach wordt gevierd en dat de wetgeving door God aan Mozes herdenkt.
Verder is [[Soekot]] van belang (dat is het [[Loofhuttenfeest]]) en daarop min of meer aansluitend [[Simchat Torah]], het feest van het einde en het opnieuw beginnen van de lezingencyclus van de [[Torah]] (de wet).
Het jodendom heeft een eigen [[joodse jaartelling]] (2004/2005 is 5765 en wordt geacht het aantal jaren vanaf de schepping aan te geven) en het joodse jaar dat de maankalender hanteert begint in september met [[Rosj Hasjana]], de joodse nieuwsjaarsdag.
Hierop aansluitend vindt tien dagen later [[Jom Kippoer]] plaats, (de [[Grote Verzoendag]] voor de vergeving van de zonden van het gehele joodse volk).
Voorts zijn er nog enkele andere feesten zoals [[Chanoeka]] (het inwijdingsfeest van de tempel) en [[Poerim]] (het lotenfeest: verlossing uit de macht van de [[antisemitisme|antisemitische]] Haman uit het boek [[Esther]]).

K. De wekelijkse bijeenkomst in de [[synagoge]] op de [[sjabbat]]. De sjabbat duurt vanaf zonsondergang op vrijdagavond tot zonsondergang op zaterdagavond wat het gevolg is van de dagindeling in het jodendom.
Het begin van de joodse dag vangt namelijk aan bij zonsondergang en is gebaseerd op hetgeen hierover staat in hoofdstuk één van het eerste boek uit de Tenach, Bereshiet (= [[Genesis]]) betreffende de schepping door God.



==Zie ook==
==Zie ook==

Versie van 2 sep 2004 01:33


Het jodendom is de religie van het joodse volk. Anders dan het christendom en de islam, maar net als bij de Druzen, wordt de religie volgens eigen regels als een interne aangelegenheid gezien tussen mensen die etnisch joods zijn, al komen soms ook overgangen van niet-joden tot het joodse geloof voor.

In vergelijking met de islam en het christendom is het eveneens een monotheïstische religie (alhoewel het jodendom zelf stelt dat van bovenstaande twee alleen de islam echt monotheïstisch is).

Net als de twee jongere religies heeft het jodendom een bijbehorend heilig boek, de Tenach (overeenkomend met wat in het christendom het Oude Testament wordt genoemd). Met uitzondering van een enkele passage in het Aramees, is het in het Hebreeuws geschreven, dat dan heilige taal (lashon ha-kodesh) genoemd wordt. De Tenach wordt als de openbaring van God Zelf gezien en is een kunstmatig woord dat is samengesteld uit de drie onderdelen waaruit hij bestaat (wet, profeten en geschriften). De Tenach is later uitvoerig becommentarieerd (o.a. in de Talmoed). Verder is er nog de joodse mystiek (Kabbala en Zohar) die grote invloed op het joodse geloof heeft gehad.


In het joodse geloof staan de volgende punten centraal:

A. Het al eerder genoemde monotheïsme oftewel het geloof in één God. Dit komt tot uiting in het bekende joodse gebed: 'Sjema Jisraël, Adonai Elohenu Adonai Echad' wat betekent 'Hoor Israël, de Heer onze God, de Heer is enig'.

B. Het door God met de Israëlieten gesloten verbond op de berg Sinaï waarbij de Israëlieten werden vertegenwoordigd door hun leidsman Mozes. Dit verbond ligt in de lijn met het verbond wat God reeds met de aartsvader Abraham, Isaäk en Jakob sloot en waardoor zij Gods uitverkoren volk werden. Als teken van dit verbond geldt dat alle joden van het mannelijk geslacht de besnijdenis moeten ondergaan. Vermeldenswaard is nog de Ark van het Verbond die de Tien Geboden bevatte.

C. De Torah, dit is de wet die God op de berg Sinaï aan Mozes gaf en daarom ook wel de wet van Mozes wordt genoemd. Denk hierbij onder andere aan de spijswetten die bepalen welk voedsel koosjer (= rein) is en de instelling van de sjabbat (de zevende dag van de week) als rustdag. Het belangrijkste onderdeel van de Torah zijn de Tien Geboden.

D. De (thans niet meer bestaande) tempel (alleen de zogeheten 'klaagmuur' is nog over) waarin men vroeger God offers bracht, loofde en aanbad. Er is in de joodse geschiedenis twee keer een tempel gebouwd. De eerste maal onder koning Salomo die later is verwoest door de Babyloniërs. De tweede maal na de terugkeer uit de Babylonische ballingschap die in de eerste eeuw na Christus door de Romeinen is verwoest. In de tempel stond onder andere de Ark van het Verbond. In bepaalde orthodox-joodse kringen bestaan er plannen om de tempel te herbouwen.

E. Het messianisme wat inhoudt dat men de Messias verwacht Die een afstammeling van de beroemde koning David zal zijn Die de joden zal verlossen en leiden.

F. De stad Jeruzalem die als hoofdstad van het oude en nieuwe Israël een zeer belangrijke plaats inneemt, vooral op religieus terrein omdat het de plaats is waar Gods tempel stond. Een andere benaming voor Jeruzalem is Sion waar de term 'zionisme' van is afgeleid (het terugkeren van de joden uit de diaspora (verstrooiing) naar Israël). Degenen die de Messias verwachten menen op grond van de Tenach dat Hij vanuit Jeruzalem zal regeren.

G. De Uittocht (Exodus) uit Egypte (de doortocht door de Schelfzee) waar men enige honderden jaren in ballingschap leefde waarvan het laatste gedeelte onder wrede onderdrukking door de toenmalige farao. Dit beslaat de periode tussen aartsvader Jakob en de leidsman Mozes. Er waren tien plagen voor nodig alvorens de farao bereid was de Israëlieten te laten gaan. De instelling van het belangrijke Pesach-feest is hier het gevolg van. Deze uittocht vond plaats onder leiding van Mozes en alvorens de Israëlieten het hun door God beloofde land Kanaän binnentrokken hebben ze veertig jaar in de Sinaï-woestijn doorgebracht alwaar God Zijn wet (de Torah) aan de Israëlieten gaf en Zijn verbond met hen sloot (Israëlieten is de naam waaronder de joden in de Tenach / het Oude Testament bekend stonden). In verband hiermee kan worden opgemerkt dat wel is gesuggereerd dat de kortstondige verering van de god Aton in Egypte onder invloed van het toentertijd daar woonachtige jodendom zou hebben plaatsgevonden.

H. De Babylonische ballingschap. Na koning Salomo (dit was de zoon van koning David) werd Israël gesplitst in een noordelijk (het Tienstammenrijk, ook wel Efraïm genoemd) en een zuidelijk deel (het Tweestammenrijk of ook wel Juda genoemd waar de joden hun naam aan te danken hebben). Het eerste werd in de 8e eeuw voor Christus veroverd door Assyrië en de inwoners werden door deze weggevoerd. Het tweede werd in de 6e eeuw voor Christus ingenomen door de Babyloniërs en grotendeels weggevoerd naar Babylonië waar ze pas na vijftig jaar onder de toenmalige heersers uit Perzië mochten terugkeren naar Juda. Op grond van dit verblijf aldaar is er gespeculeerd of het joodse geloof elementen uit het Perzische geloof, het zoroastrisme, zou hebben overgenomen maar daar zijn geen afdoende bewijzen voor. Na terugkeer heeft men de door de Babyloniërs verwoeste tempel en de stad Jeruzalem herbouwd.

I. Het grote belang dat in het jodendom wordt gehecht aan de profeten die namens God spraken. Bekende namen zijn Amos, Jesaja, Jeremia, Elia, Elisa, Daniël en Jona (sommige van hen hebben een eigen boek in de Tenach). Ook de bekende Samuël uit de tijd van de eerste koning Saul was een profeet van God.

J. De feesten. Bijvoorbeeld het al eerder genoemde feest van de Uittocht uit Egypte, Pesach (Pasen) alsook het daarmee verband houdende Sjawoeoth of Wekenfeest (valt ongeveer samen met het christelijke Pinksterfeest dat daarvan is afgeleid) dat zeven weken na Pesach wordt gevierd en dat de wetgeving door God aan Mozes herdenkt. Verder is Soekot van belang (dat is het Loofhuttenfeest) en daarop min of meer aansluitend Simchat Torah, het feest van het einde en het opnieuw beginnen van de lezingencyclus van de Torah (de wet). Het jodendom heeft een eigen joodse jaartelling (2004/2005 is 5765 en wordt geacht het aantal jaren vanaf de schepping aan te geven) en het joodse jaar dat de maankalender hanteert begint in september met Rosj Hasjana, de joodse nieuwsjaarsdag. Hierop aansluitend vindt tien dagen later Jom Kippoer plaats, (de Grote Verzoendag voor de vergeving van de zonden van het gehele joodse volk). Voorts zijn er nog enkele andere feesten zoals Chanoeka (het inwijdingsfeest van de tempel) en Poerim (het lotenfeest: verlossing uit de macht van de antisemitische Haman uit het boek Esther).

K. De wekelijkse bijeenkomst in de synagoge op de sjabbat. De sjabbat duurt vanaf zonsondergang op vrijdagavond tot zonsondergang op zaterdagavond wat het gevolg is van de dagindeling in het jodendom. Het begin van de joodse dag vangt namelijk aan bij zonsondergang en is gebaseerd op hetgeen hierover staat in hoofdstuk één van het eerste boek uit de Tenach, Bereshiet (= Genesis) betreffende de schepping door God.


Zie ook

jodendom van A tot Z tokipona:nasin sewi Juta