Trilspinnen
Trilspinnen | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Pholcus phalangioides | |||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||
| |||||||||
Familie | |||||||||
Pholcidae C. L. Koch, 1850[1] | |||||||||
Pholcus phalangioides met eieren | |||||||||
Verspreiding | |||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||
Trilspinnen op Wikispecies | |||||||||
|
Trilspinnen of kelderspinnen (Pholcidae) zijn een familie van spinnen bestaande uit 1084 soorten in 84 geslachten.[2]
Kenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]Het lichaam is klein (2 tot 10 mm) in vergelijking met de zeer lange poten (tot 50 mm). De kleur is grijs, groen of bruin. Ze hebben 2 groepen van 3 ogen met daar tussenin nog een paar. Een aantal grotbewonende soorten is blind. De lichaamslengte varieert van 3 tot 14 mm. De buigzame tarsi (pooteinden) hebben talrijke schijnbare geledingen.
Vanwege de lange poten verwarren leken de trilspinnen soms met de hooiwagens of de langpootmuggen. Echter, hooiwagens behoren wel tot de klasse van de spinachtigen, maar het zijn geen spinnen. Langpootmuggen behoren tot de insecten, een heel andere klasse.
Leefwijze
[bewerken | brontekst bewerken]De spin heet trilspin omdat hij sterk gaat trillen (eigenlijk heel snel ronddraaien) als hij een aanvaller vermoedt. De mogelijke predator ziet dan alleen nog maar een wazige schim en kan niet meer goed aanvallen.
Trilspinnen maken onregelmatige webben. Een gevangen prooi wordt razendsnel in spinrag gewikkeld en daarna pas gebeten.
Voortplanting
[bewerken | brontekst bewerken]Het vrouwtje van de trilspin gebruikt nauwelijks spinsel voor haar eicocon. Een paar draden houden de eieren losjes bij elkaar. Ze draagt de vaalroze eieren tussen haar kaken, en kan in die tijd niet eten.
Geslachten
[bewerken | brontekst bewerken]- Aetana Huber, 2005
- Anansus Huber, 2007
- Anopsicus Chamberlin & Ivie, 1938
- Artema Walckenaer, 1837
- Aucana Huber, 2000
- Aymaria Huber, 2000
- Belisana Thorell, 1898
- Blancoa Huber, 2000
- Buitinga Huber, 2003
- Calapnita Simon, 1892
- Canaima Huber, 2000
- Carapoia González-Sponga, 1998
- Carbonaria González-Sponga, 2009
- Cenemus Saaristo, 2001
- Ceratopholcus Spassky, 1934
- Chibchea Huber, 2000
- Chisosa Huber, 2000
- Ciboneya Pérez, 2001
- Coryssocnemis Simon, 1893
- Crossopriza Simon, 1893
- Enetea Huber, 2000
- Galapa Huber, 2000
- Gertschiola Brignoli, 1981
- Guaranita Huber, 2000
- Holocneminus Berland, 1942
- Holocnemus Simon, 1873
- Hoplopholcus Kulczynski, 1908
- Ibotyporanga Mello-Leitão, 1944
- Ixchela Huber, 2000
- Kambiwa Huber, 2000
- Khorata Huber, 2005
- Leptopholcus Simon, 1893
- Litoporus Simon, 1893
- Maimire González-Sponga, 2009
- Mecolaesthus Simon, 1893
- Mesabolivar González-Sponga, 1998
- Metagonia Simon, 1893
- Micromerys Bradley, 1877
- Micropholcus Deeleman-Reinhold & Prinsen, 1987
- Modisimus Simon, 1893
- Mystes Bristowe, 1938
- Nasuta González-Sponga, 2009
- Nerudia Huber, 2000
- Ninetis Simon, 1890
- Nita Huber & El-Hennawy, 2007
- Nyikoa Huber, 2007
- Ossinissa Dimitrov & Ribera, 2005
- Otavaloa Huber, 2000
- Panjange Deeleman-Reinhold & Deeleman, 1983
- Papiamenta Huber, 2000
- Paramicromerys Millot, 1946
- Pehrforsskalia Deeleman-Reinhold & van Harten, 2001
- Pholcophora Banks, 1896
- Pholcus Walckenaer, 1805
- Physocyclus Simon, 1893
- Pisaboa Huber, 2000
- Platnicknia Özdikmen & Demir, 2009
- Pomboa Huber, 2000
- Priscula Simon, 1893
- Psilochorus Simon, 1893
- Quamtana Huber, 2003
- Queliceria González-Sponga, 2003
- Sanluisi González-Sponga, 2003
- Savarna Huber, 2005
- Smeringopina Kraus, 1957
- Smeringopus Simon, 1890
- Spermophora Hentz, 1841
- Spermophorides Wunderlich, 1992
- Stenosfemuraia González-Sponga, 1998
- Stygopholcus Absolon & Kratochvíl, 1932
- Systenita Simon, 1893
- Tainonia Huber, 2000
- Teuia Huber, 2000
- Tibetia Zhang, Zhu & Song, 2006
- Tolteca Huber, 2000
- Tonoro González-Sponga, 2009
- Trichocyclus Simon, 1908
- Tupigea Huber, 2000
- Uthina Simon, 1893
- Venezuela Koçak & Kemal, 2008
- Wanniyala Huber & Benjamin, 2005
- Waunana Huber, 2000
- Wugigarra Huber, 2001
- Zatavua Huber, 2003
Taxonomie
[bewerken | brontekst bewerken]- Zie Lijst van trilspinnen voor een volledig overzicht.
Soorten in België
[bewerken | brontekst bewerken]De volgende trilspinnen komen in België voor:[3]
- Crossopriza lyoni (Gepunte tropentrilspin)
- Holocnemus pluchei (Marmertrilspin)
- Pholcus opilionoides (Nistrilspin)
- Pholcus phalangioides (Grote trilspin of Hooiwagenspin)
- Psilochorus simoni (Kleine trilspin)
- Spermophora senoculata (Kogeltrilspin)
Soorten in Nederland
[bewerken | brontekst bewerken]De volgende trilspinnen komen in Nederland voor:[4][5]
- ↑ Koch, C. L. (1851) Übersicht des Arachnidensystems. Nürnberg, Heft 5, pp. 1-77.
- ↑ Platnick, Norman I. (2010): The world spider catalog, version 11.0. American Museum of Natural History.
- ↑ Soortenlijst van de Belgische Spinnen
- ↑ Helsdingen, P.J. van 2009. Catalogus van de Nederlandse spinnen. Versie 2009.2 Laatst bijgewerkt: 15 december 2009 PDF
- ↑ Nederlands Soortenregister versie 2.0, geraadpleegd op 4 september 2010
- David Burnie (2001). Animals, Dorling Kindersley Limited, London. ISBN 90-18-01564-4 (naar het Nederlands vertaald door Jaap Bouwman en Henk J. Nieuwenkamp).