Standard Luik, officieel Standard de Liège[1] en bij de KBVB ingeschreven als Royal Standard de Liège[2] is een voetbalclub uit België. De club uit Luik draagt stamnummer 16 en speelt zijn thuiswedstrijden in het Maurice Dufrasnestadion, beter bekend onder de naam Sclessin. De ploeg speelt in rood-witte uitrusting en wordt ook wel de 'Rouches' genoemd. Standard pakte bij de mannen tienmaal de landstitel en acht keer de beker van België. Eenmaal speelde de club een Europese finale. Standard is de eersteklasser die het langst onafgebroken in deze klasse actief is: sinds de promotie in 1921 is Standard nooit meer uit de hoogste afdeling gezakt. In het Belgische damesvoetbal is Standard Luik de club met de meeste landstitels.
De club werd in 1898 opgericht in Luik, als Standard Football Club, door studenten van het Saint-Servaiscollege en de club sloot aan bij de UBSSA. De naam werd gekozen na een stemming. Standard haalde het met één stem voor Skill. De naam werd geïnspireerd door de legendarische Franse voetbalclub Standard Athlétic Club uit Parijs, die in deze tijd al enkele landstitels had binnen gehaald en onklopbaar leek. In 1899 werd de naam Standard FC Liégeois. De club speelde in het begin van de 20ste eeuw in de Luikse juniorenreeks. In 1903 speelde men in de Tweede Afdeling. Luik werd tweede in de Luikse reeks na de tweede ploeg van CS Verviétois en mocht zo niet naar de nationale eindronde van de Eerste Afdeling (later de Tweede Klasse). In 1904/05 won de club wel de Luikse reeks en mocht men naar de eindronde van de Eerste Afdeling, vooralsnog zonder succes. De volgende seizoenen haalde men telkens de eindronde en de ploeg werd telkens sterker. Dit resulteerde in 1909 uiteindelijk in de eerste kampioenstitel in de finale van de Eerste Afdeling, het tweede nationale niveau. Standard trad in 1909 zo voor het eerst aan in de hoogste nationale reeks, de Ere Afdeling. De naam werd in 1910 Standard Club Liégeois.
Na een mooie vijfde plaats het eerste seizoen, eindigde Standard daar echter meestal onder in de rangschikking. In 1913/14 eindigde men met 13 punten op een gedeelde voorlaatste plaats, samen met AA La Gantoise. Op 23 mei 1914 moest een testmatch beslissen wie voorlaatste zou worden. Standard verloor met 2-0 en degradeerde zo opnieuw. De Eerste Wereldoorlog brak echter uit en gedurende vijf jaar werd geen officiële competitie ingericht. Pas vanaf 1919 ging men weer van start. Standard eindigde meteen tweede in de Eerste Afdeling, na streekgenoot Tilleur FC. Het seizoen erop pakte de club al meteen weer de titel, en na twee seizoenen in de Eerste Afdeling keerde de club weer terug naar het hoogste niveau. Sinds deze promotie in 1921 zou Standard onafgebroken op het hoogste niveau blijven spelen.
Bij het 25-jarig bestaan in 1923 kreeg de club de koninklijke titel en werd Royal Standard Club Liège (R. Standard CL). Standard was ondertussen een degelijke middenmoter in de Ere Afdeling geworden. Halverwege de jaren 20 eindigde de club voor het eerst sterk, met van 1926 tot 1928 respectievelijk een tweede, een derde en weer een tweede plaats. Daarna zakte men wat terug, met toch weer derde plaats in 1934 en een tweede in 1936. Standard bleef echter een middenmoter tot na de Tweede Wereldoorlog. In 1952 wijzigde men de naam naar Royal Standard Club Liégeois. Na enkele knappe seizoenen afgewisseld met verschillende moeilijke seizoen werd men uiteindelijk in 1957/58 voor het eerst de landskampioen. Standard bleef nu een Belgische topclub en pakte in het decennium van 1961 tot 1971 nog vijfmaal de titel, waaronder driemaal op rij op het eind van de jaren 60. Ook in de Beker van België was men enkele malen succesvol.
De naam werd nogmaals gewijzigd in 1972, nu tot Royal Standard de Liège. Tijdens de jaren zeventig slaagde men er niet in een nieuwe landstitel te pakken. Het duurde tot 1982 eer de club weer succesvol was en zijn zevende titel behaalde. Ook Europees schitterde Standard dat seizoen. Als bekerwinnaar van het jaar voordien speelde men in de Europese Beker voor Bekerwinnaars, waar men doorstootte tot de finale. Deze werd echter op 12 mei 1982 verloren van FC Barcelona met 2-1. Ook in 1983 pakte men weer de landstitel.
Zie Zaak-Bellemans voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
In 1984 bleek dat enkele dagen voor de Europese finale Standard tegenstander Waterschei had omgekocht om het kampioenschap van België te behalen. Bij dit schandaal waren verschillende bekende spelers betrokken, waaronder Eric Gerets. Trainer Raymond Goethals verhuisde naar Portugal om aan strafvervolging te ontkomen. Standard verloor heel wat van zijn glans, zakte sportief en financieel weg tot een subtopper en bleef de volgende decennia afwisselende resultaten neerzetten. In 1993 werd terug een eerste succes behaald na wisselvallige seizoenen. De beker van België werd gewonnen na een 2-0 winst tegen Sporting Charleroi.
Standard fusioneerde in 1996 met buur RFC Seraing (stamnummer 17), een feitelijke opslorping van de mijnclub. In 1998 zocht voorzitter André Duchêne nieuwe investeerders voor de slapende reus, en vond die bij spelersmakelaar Luciano d'Onofrio en vooral bij diens goede vriend Robert Louis-Dreyfus. Hoewel d'Onofrio nooit officieel deel uitmaakt van het organigram van Standard, noch als investeerder te boek staat, werd het snel duidelijk dat hij de sterke man was achter het nieuwe Standard. Zijn nauwe banden met clubs als FC Porto en Olympique de Marseille zorgden ervoor dat Standard gunstige transfers kon verrichten in beide richtingen, onder meer van Daniel Van Buyten en Antonio Folha. Daarnaast hertekende de club volledig haar jeugdopleiding, onder leiding van Tomislav Ivić, wat in 2007 resulteerde in de Académie Robert Louis Dreyfus. Geleidelijk aan nam Standard terug zijn status aan als lid van de Belgische grote 3.
Met Sergio Conceiçao haalde Standard in 2004/05 een internationale klasbak in huis. In januari 2006 won hij de Gouden Schoen 2005. In 2005/06 waren de titelambities van de club opnieuw hoog gespannen. De ploeg bevestigde als officieus herfstkampioen en trok nog de nodige versterking aan in de naam van Jorge Costa, een landgenoot en vriend van de Portugese kapitein van Standard. Doordat Anderlecht en Club Brugge het lieten afweten bleef Standard tot op de slotspeeldag in de running voor de titel, maar na een magere afsluitende punt uit drie wedstrijden gaf Standard opnieuw een titel uit handen.
Het seizoen daarop begon de Nederlander Johan Boskamp aan het nieuwe seizoen als trainer van Standard. Hij erkende het talent van de jonge Marouane Fellaini, en dropte hem in het eerste elftal. Na een ontgoochelende competitiestart, waarbij Standard slechts twee punten in de eerste vier competitiewedstrijden behaalde, werd Boskamp op 30 augustus 2006 ontslagen, net als zijn technische staf. Hij werd opgevolgd door Michel Preud'Homme. De nieuwe assistent-coaches waren Manu Ferrera en Stan van den Buijs. In 2007 ging de bekerfinale verloren tegen Club Brugge met 1-0. Duizenden supporters volgden de wedstrijd op Sclessin. In 2008 behaalde Preud'homme wél de landstitel, uitgerekend tegen aartsrivaal Anderlecht, met nog drie speeldagen te gaan. Club Brugge speelde gelijk op AA Gent en na de overwinning thuis tegen Anderlecht was de titel een feit. Zo won Standard na ruim 25 jaar nog eens de Belgische landstitel.
Na het behalen van de titel wordt László Bölöni de nieuwe trainer van Standard. Zijn assistenten zijn Joaquim Rolao Preto, Frans Masson, Jean-François Lecomte (doelmannen) en Guy Namurois (fysiek). Coach Bölöni pakte meteen een eerste prijs met Standard door in de Supercup Anderlecht te verslaan met 3-1.
Ook Europees verbaasde Bölöni door in de derde en laatste kwalificatieronde van de Uefa Championsleague Liverpool FC bijna uit te schakelen. Thuis konden de Rouches de Reds op 0-0 houden (Dante miste een strafschop), maar in Liverpool werden ze in de tweede verlenging (118e minuut) opzij geschoven door Dirk Kuijt. Vervolgens kwam de Luikse ploeg in de laatste voorronde van de UEFA-cup terecht. Hier kwam men uit tegen het kleinere broertje en stadsgenoot van Liverpool FC, Everton FC. De heenwedstrijd op Everton FC eindigde op 2-2. Maar thuis slaagden de Luikenaars erin om door te stoten naar de poulefase van de UEFA-cup na een 2-1-overwinning. De winnende goal kwam van Milan Jovanovic op penalty. In de groepsfase troffen de Rouches vervolgens Sevilla FC (thuis), Partizan Belgrado (Partizanstadion), Sampdoria Genua (thuis) en VfB Stuttgart (in het Gottlieb-Daimler-stadion). Standard werd groepswinnaar met 9 op 12 dankzij winst tegen Sevilla 1-0, Partizan 0-1 en Sampdoria 3-0. De laatste wedstrijd werd in Stuttgart met 3-0 verloren. Door het verlies van Sevilla tegen Sampdoria werd Standard toch groepswinnaar.
Voor de volgende ronde voor de UEFA-beker werden de rouches uitgeloot tegen het Portugese Braga. De heenwedstrijd in Braga eindigde op een 3-0 verlies. Defour viel in de eerste helft uit met een blessure en dat was een kentering. De terugwedstrijd, in een uitverkocht kolkend Sclessin, eindigde op 1-1.
In het seizoen 2008-2009 eindigt Standard na de 34 competitiewedstrijden op een gedeelde eerste plaats met Anderlecht. Twee testmatchen waren nodig om te bepalen wie kampioen wordt. De eerste wedstrijd werd gespeeld in Anderlecht en eindigde op 1-1. De tweede wedstrijd in Luik eindigde op 1-0 voor Standard. Zo werd Standard landskampioen en plaatste zich rechtstreeks voor de poulefase van de Champions League. Dit werd de eerste deelname van de Luikse club op het hoogste trapje van het Europees clubvoetbal.
In 2009 won Standard opnieuw de Supercup, ditmaal met een 2-0-overwinning tegen Racing Genk.
Europees werden de Rouches uitgeloot in groep H van de Champions League, samen met Arsenal, AZ en het Griekse Olympiakos Piraeus. De eerste wedstrijd werd met 2-3 verloren van Arsenal, nadat Standard vroeg op 2-0 voorkwam. Tegen AZ werd vervolgens met 1-1 gelijk gespeeld, met een doelpunt voor Standard in blessure-tijd en in Piraeus ging het pas in de slotseconde onderuit met 2-1. In de terug-ronde van de groepsfase won Standard thuis met 2-0 van het Griekse Olympiakos Piraeus. Uit bij Arsenal verloor Standard met 2-0. De laatste speeldag zou alles beslissen voor Standard. Bij winst was het afhankelijk van de uitslag tussen Olympiakos Piraeus en Arsenal. Indien Olympiakos verloor en Standard won, ging Standard door in de Champions League. Bij gelijkspel gingen ze door in de Europa League. Bij verlies was het Europees uitgeschakeld.
De laatste wedstrijd tegen AZ kende een spectaculaire ontknoping. Standard kwam 0-1 achter en deze score leek de einduitslag te gaan worden. Dit was echter buiten de keeper Sinan Bolat gerekend. Hij werd de matchwinnaar voor Standard door mee op te rukken in de blessuretijd. Een vrije trap van Nicaise kwam neer op het hoofd van Bolat, die hem voorbij de AZ doelman Romero kopte. Zodoende overwinterde Standard voor het tweede jaar op rij Europees. De tegenstander voor de 1/16 finale in de Europa League was Red Bull Salzburg uit Oostenrijk. Standard speelde eerst thuis op 18 februari en won met 3-2 nadat het 0-2 was achtergekomen. De terugmatch vond plaats op 25 februari, waar het op een scoreloos 0-0 bleef steken en Standard doorstootte naar de 1/8 finales. Daarin treft het de Griekse voetbalploeg Panathinaikos FC uit Athene. Standard speelde eerst uit op 11 maart en won met 1-3 cijfers. Een opmerkelijk feit is dat er slechts een 150-tal supporters van Standard de uitmatch bijwoonde. Dit kwam door een algemene staking in Griekenland, waardoor vluchten naar Athene werden geannuleerd. De terugmatch op 18 maart won Standard met 1-0 en plaatste zich daardoor voor de kwartfinales van de Europa League.
Daarin troffen ze het Duitse Hamburger SV. Standard speelde eerst uit op 1 april en verloor de wedstrijd met 2-1. De terugmatch, in Sclessin op 8 april, werd verloren met 1-3. In 2010/11 beleefde de club aanvankelijk een kwakkelseizoen en kon zich maar met moeite plaatsen voor de play-offs. Daarin wonnen ze echter de meeste wedstrijden waardoor ze zich naar de tweede plaats werkten en op de laatste speeldag tegenover rechtstreekse concurrent Genk stond. Beide clubs hadden evenveel punten, maar door een beter resultaat in de reguliere competitie had Genk genoeg aan een gelijkspel voor de titel. Standard kwam op voorsprong maar Genk maakte in de tweede helft gelijk waardoor Standard genoegen moest nemen met de vicetitel. In de voorronde van de Champions League werd Standard gewipt door FC Zürich en werd doorverwezen naar de Europa League. In een groep met toch het Duitse Hannover 96 werd de club groepswinnaar en overwintert Europees.
In de 1/16-finale trof Standard het Poolse Wisła Kraków. In Polen speelde Standard 1-1 gelijk, nadat het een 0-1-voorsprong weggaf tegen 10-Wisla-spelers. De terugmatch eindigde op een 0-0 gelijkspel, waardoor Standard doorstootte. In de 1/8-finale trof het opnieuw Hannover 96. Hannover, dat eerder al Club Brugge wipte, behaalde een 2-2 gelijkspel in Sclessin. Thuis wonnen de Duitsers met 4-0.
Ron Jans werd aan het begin van het seizoen 2012-2013 aangesteld als nieuwe trainer, maar na speeldagen al vervangen door de Roemeen Mircea Rednic. Het nieuwe Standard bestaat uit een mix van ervaren Belgische spelers als Jelle Van Damme, Laurent Ciman en jonge talentvolle voetballers als Imoh Ezekiel, Michy Batshuayi en William Vainqueur. Intussen hekelen de supporters het transferbeleid van de club. Een van deze transfers waarover de supporters niet tevreden zijn was de transfer van Belgisch international Sébastien Pocognoli, die op 22 januari 2013 werd verkocht aan het Duitse Hannover 96.
Het seizoen daarna speelde Standard een topjaar onder de nieuwe coach Guy Luzon. Het won z'n eerste 9 matchen van het seizoen en ging pas op de 10e speeldag voor het eerst onderuit, op bezoek bij Zulte Waregem. Standard bleef het hele seizoen boven de verwachtingen spelen en begon aan Play-Off 1 als leider. Tijdens die play-offs liep het echter mis voor de Rouches, want het haalde slechts 15/30 en moest de titel zo aan Anderlecht laten. Standard had doorheen het seizoen meer punten behaald, maar werd door de puntendeling aan het begin van play-off 1 toch geen landskampioen.
Op 24 juni 2015 werd bekend dat Roland Duchâtelet al zijn aandelen had verkocht aan ondervoorzitter Bruno Venanzi. Venanzi maakte meteen bekend zich te richten op het versterken van de Academie en de uitbreiding van het stadion, sportief gezien wilde hij een top drie halen met nieuwe coach Slavoljub Muslin. Standard verloor veel talent die zomer: Imoh Ezekiel keerde terug naar Al Arabi, Mehdi Carcela verliet de club voor een avontuur bij Benfica en publiekslieveling Paul-José Mpoku verkaste naar Chievo Verona. Dat seizoen startte de ploeg uit Luik met een teleurstellend verlies op het veld van KV Kortrijk. Eind augustus werd bekendgemaakt dat Muslin zijn spullen moest pakken na een 7 op 15. Enkele dagen later verloor Standard op het veld van Club Brugge, waar ze een historische 7-1-pandoering om de oren kregen. Op 7 september werd Yannick Ferrera aangetrokken als nieuwe hoofdcoach. Ook Yannick Ferrera kon het tij niet keren: hij moest wachten op een wedstrijd in Charleroi bijna twee maanden later voor hij zijn eerste driepunter pakte. Halverwege de competitie telde Standard 17 punten op de 14 plaats maar had het wel drie van zijn laatste vier wedstrijden gewonnen, inclusief de Waalse Derby en de Clasico van België tegen Anderlecht, die tweede werd, door analisten gezien als de terugkeer van Standard. Ondertussen was Standard ook nog altijd actief in de Croky Cup. De club haalde de finale en zou op 20 maart tegenover Club Brugge staan. Tijdens de winterstop verkocht de club Anthony Knockaert, Sambou Yatabaré en kapitein Jelle van Damme. Dossevi werd definitief overgenomen en Victor Valdes en Gabriel Boschilia werden geleend. Dit mocht niet baten, want Boschilia kon zich niet genoeg doordrukken en Valdes haalde zijn niveau niet. De bekerfinale werd na een evenwichtige eerste helft die eindigde in 1-1 en een tweede helft die kantelde in het voordeel van Standard na een domme rode kaart van Abdoulay Diaby gewonnen door Standard.
In het tussenseizoen 2016/2017 kocht de club international Jean-Francois Gillet, Orlando Sá en Ishak Belfodil. Het seizoen 2016/2017 begon met een puntendeling tegen Westerlo voor Standard. Na vijf speeldagen werd Yannick Ferrera de laan uitgestuurd, Jankovic werd diezelfde dag nog aangekondigd als nieuwe T1. Hij debuteerde met een overwinning tegen Racing Genk waarin debutanten Belfodil en Sà meteen een doelpunt maakten. Op 21 september werd Standard uit de eerste ronde van de beker gewerkt door ASV Geel. Op 4 december was het de Waalse Derby tussen Charleroi (dat in de top 6 stond) en Standard (dat 5 punten minder telde), een match die op een 1-3-voorsprong voor Standard werd stopgezet door scheidsrechter Serge Gumienny, nadat beide supportersgroepen projectielen op het veld hadden gegooid.
Begin maart 2022 verkocht Venanzi de club aan de Amerikaanse investeringsmaatschappij 777 Partners uit Miami.[4] De overname werd half april 2022 officieel afgerond en een overgangsstructuur was uitgewerkt met Pierre Locht als CEO ad interim.[5] Standard Luik begon met een van de jongste teams in de competitie in het seizoen 22/23.
Standard speelt zijn thuiswedstrijden in het Stade Maurice Dufrasne, in de volksmond Sclessin genoemd. Momenteel bedraagt de capaciteit 27.670, en is daarmee een van de grootste stadions in de Jupiler Pro League. Er zijn echter plannen om het stadion te verbouwen en uit te breiden..[6]
Het traininscomplex van de club is gelegen in Boncelles, en draagt de naam Académie Robert Louis-Dreyfus.
Historisch gezien heeft Standard een goede band met het Franse Olympique Marseille. Met Robert Louis-Dreyfus hadden ze zelfs een tijd dezelfde eigenaar. Toen Roland Duchâtelet de club in handen had, waren er sterke banden met:
In de reguliere competitie eindigde Standard op de 6de plaats met 50 punten. In de testmatchen om het laatste Europa League-ticket won Standard over 2 wedstrijden met 7-1 van AA Gent.
Standard Luik speelt sinds 1958 in diverse Europese competities. Hieronder staan de competities en in welke seizoenen de club deelnam (de voorrondes inbegrepen):
Pas vanaf 1972 verscheen er reclame op de shirts. De sponsor was toen Texaco, een Amerikaanse oliemaatschappij. Een jaar later werd de verzekeringsmaatschappij Orbis hoofdsponsor, maar ook dat duurde slechts één seizoen. Nadien kwamen respectievelijk Nova en Bricout Pétrole, een onderneming van de Belgische industrieel André Bricout, op de truitjes.
De bekendste sponsor is Maes Pils. Het biermerk sierde de shirts tijdens de succesvolle jaren 70 en 80. In 1983 kwam er een einde aan de samenwerking met Seppe Maes, Banque Nagelmackers werd toen één jaar hoofdsponsor.
Van 1985 tot 1997 was Opel sponsor van de Rouches. Het Duits automerk prijkte 12 jaar lang op de truitjes van Standard. Vervolgens gingen Standard en Cirio samenwerken. Cirio was een bedrijf gespecialiseerd in tomatenpuree. In 2001 nam Randstand de sponsoring over.
In de jaren daarna volgden de sponsors ALE-Télédis, een kabelmaatschappij die in 2006 fusioneerde en haar naam veranderde in VOO. Daarna werd de Nationale Loterij hoofdsponsor.
Standard heeft een van de trouwste supportersschares in België; er wordt dan ook gesproken over "De hel van Sclessin". Er zijn verschillende supportersgroepen: op tribune 3 is de grootste supportersgroep te vinden, namelijk de Ultras Inferno 1996. "Ultras" is een begrip in de supporterswereld, "Inferno" staat voor de slechte staat van de tribune 3 toen de groep werd opgericht in 1996. Naast de Ultras Inferno staat de harde kern Hell Side 1981. Op tribune 2 staat de oudste supportersgroep, Kop Rouches. Deze zag het eerste levenslicht in 1968 en staat bekend om zijn choreo's (papiertifo's). Op tribune 4 staat de jongste sfeergroep, Publik Hysterik '04. Deze werd opgericht toen het bezoekersvak werd verkleind. Er kwam toen veel plaats vrij op tribune 4 en enkele jongeren sloegen de handen in elkaar. In 2009 werd voor het 5-jarige bestaan de naam veranderd in Publik Hysterik Kaos.