Naar inhoud springen

halfslachtig

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 8 mei 2020 om 20:39 (top: Leesonderzoek; refs)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • half·slach·tig
  • Samenstellende afleiding van half en slacht met het achtervoegsel -ig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen halfslachtig halfslachtiger halfslachtigst
verbogen halfslachtige halfslachtigere halfslachtigste
partitief halfslachtigs halfslachtigers -

halfslachtig

  1. niet in staat tot het nemen van een beslissing
    • Een halfslachtige houding. 


99 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be