Naar inhoud springen

habere

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 6 sep 2021 om 14:10 (top: taalparameter met AWB)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
stamtijd
infinitief 1e pers. enk.
ind. praes. act.
1e pers. enk.
ind. perf. act.
supinum
habēre habeō habuī habitum
tweede vervoeging volledig

habēre

  1. hebben
  2. houden
  3. beschouwen als
  4. tweede persoon enkelvoud imperativus praesens passief van habēre


  • ha·be·re

habere

  1. datief enkelvoud van haber