geslachtsloos
Uiterlijk
- Geluid: geslachtsloos (hulp, bestand)
- IPA: /ɣəˈslɑxtslos/
- ge·slachts·loos
- afgeleid van geslacht (zelfstandig naamwoord) met het achtervoegsel -loos met het invoegsel -s-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | geslachtsloos | geslachtslozer | geslachtsloost |
verbogen | geslachtsloze | geslachtslozere | geslachtslooste |
partitief | geslachtsloos | geslachtslozers | - |
geslachtsloos
- niet te onderscheiden naar mannelijk of vrouwelijk
- Het woord geslachtsloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.