Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Beweging van een object is een verandering van plaats of oriëntatie in de tijd van dat object of delen daarvan.
De instantane beweging van een star lichaam kan worden beschreven als een combinatie van een translatie en een rotatie .
Zowel bij translatie als bij rotatie komen, als bijzondere gevallen, de eenparige beweging en de eenparig versnelde beweging voor.
In de klassieke mechanica geldt voor een object dat in het ene inertiaalstelsel stilstaat, dat het in ieder ander inertiaalstelsel eenparig rechtlijnig beweegt.
Zie Snelheid voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Een object dat een beweging doormaakt ten opzichte van een coördinatenstelsel , heeft een bepaalde snelheid . Zolang deze snelheid veel kleiner is dan de lichtsnelheid kan men het systeem prima beschrijven met de klassieke mechanica van Isaac Newton , en voldoet het aan de wetten van Newton . Wanneer de snelheid in de buurt van de lichtsnelheid komt, kan men het systeem beter beschrijven met de speciale relativiteitstheorie , zoals deze in 1905 door Albert Einstein is gepostuleerd.
De snelheid van een object kan worden aangegeven met een vector . Deze vector geeft aan in welke mate, en in welke richting, er sprake is van plaatsverandering, op een bepaald moment.
De bewegingsenergie is
E
=
K
+
T
=
1
2
m
v
2
(
t
)
+
1
2
I
ω
2
(
t
)
{\displaystyle E=K+T={\tfrac {1}{2}}\,m\,v^{2}(t)+{\tfrac {1}{2}}\,I\,\omega ^{2}(t)}
Hierin is
E
{\displaystyle E}
de energie van het systeem,
K
{\displaystyle K}
de kinetische energie als gevolg van de translatie ,
T
{\displaystyle T}
de kinetische energie als gevolg van de rotatie ,
m
{\displaystyle m}
de massa van het object,
v
{\displaystyle v}
de snelheid van het massamiddelpunt ,
I
{\displaystyle I}
het traagheidsmoment van het object en
ω
{\displaystyle \omega }
de hoeksnelheid.
Grootheden en eenheden in de (klassieke) mechanica
lineaire/translatie grootheden
Wat meten tijdsintegralen?
'nabijheid' ('nearness')
'verheid' ('farness')
Dimensie
L−1
1
L
L2
T9
presrop (Engels) m−1 ·s9
absrop (Engels) m·s9
T8
presock (Engels) m−1 ·s8
absock (Engels) m·s8
T7
presop (Engels) m−1 ·s7
absop (Engels) m·s7
T6
presackle (Engels) m−1 ·s6
absrackle (Engels) m·s6
T5
presounce (Engels) m−1 ·s5
absounce (Engels) m·s5
T4
preserk (Engels) m−1 ·s4
abserk (Engels): D m·s4
T3
preseleration (Engels) m−1 ·s3
abseleration (Engels): C m·s3
hoek/rotatie grootheden
T2
presity (Engels) m−1 ·s2
absity (Engels): B m·s2
Dimensie
1
geen (m·m−1 )
geen (m2 ·m−2 )
T
presement (Engels) m−1 ·s
tijd : t s
absition/absement (Engels): A m·s
T
tijd : t s
1
placement (Engels)golfgetal m−1
afgelegde weg: d plaatsvector : r , s , x afstand :
Δ
{\displaystyle \Delta }
s m
oppervlakte : A m2
1
hoek : θ rad
ruimtehoek : Ω rad2 , sr
Wat meten tijdsafgeleiden?
'rasheid' ('swiftness')
T−1
frequentie : f s−1 , Hz
snelheid (scalar) : v snelheid (vector) : v m·s−1
kinematische viscositeit : ν diffusiecoëfficiënt : D specifiek impulsmoment : h m2 ·s−1
T−1
frequentie : f s−1 , Hz
hoeksnelheid : ω , ω rad·s−1
T−2
versnelling : a m·s−2
verbrandingswarmte geabsorbeerde dosis : Dradioactieve-dosisequivalent m2 ·s−2 , J ·kg−1 , Gy , Sv
T−2
hoekversnelling : α rad·s−2
T−3
ruk : j m·s−3
T−3
hoekruk: ζ rad·s−3
T−4
jounce/snap (Engels):
s m·s−4
T−5
crackle (Engels): c m·s−5
T−6
pop (Engels): Po m·s−6
T−7
lock (Engels) m·s−7
T−8
drop (Engels) m·s−8
M
lineaire dichtheid :
μ
{\displaystyle \mu }
kg ·m−1
massa : m kg
ML2
massatraagheidsmoment : I kg·m2
Wat meten tijdsafgeleiden?
'sterkheid' ('forceness')
MT−1
dynamische viscositeit : η kg·m−1 ·s−1 , N ·m−2 ·s, Pa·s
impuls : p (momentum ),stoot : J ,
Δ
{\displaystyle \Delta }
p (impulse ) kg·m·s−1 , N ·s
actie : 𝒮 actergie : ℵ kg·m2 ·s−1 , N ·m·s, J ·s
ML2 T−1
impulsmoment (momentum angularis ): L kg·m2 ·s−1
actie : 𝒮 actergie : ℵ kg·m2 ·s−1 , N ·m·s, J ·s
MT−2
druk : p mechanische spanning :
σ
{\displaystyle \sigma }
energiedichtheid : U kg·m−1 ·s−2 , N ·m−2 , J ·m−3 , Pa
oppervlaktespanning :
γ
{\displaystyle \gamma }
of
σ
{\displaystyle \sigma }
kg·s−2 , N ·m−1 , J ·m−2
kracht : F gewicht : F g ·kg·m·s−2 , N
energie : E arbeid : W warmte : Q kg·m2 ·s−2 , Nm , J
ML2 T−2
krachtmoment (torque ): M , τ kg·m2 ·s−2 , Nm
energie : E arbeid : W warmte : Q kg·m2 ·s−2 , Nm , J
MT−3
yank (Engels): Y kg·m·s−3 , N ·s−1
vermogen : P kg·m2 ·s−3 , W
ML2 T−3
rotatum : P kg·m2 ·s−3 , N·m·s−1
vermogen : P kg·m2 ·s−3 , W
MT−4
tug (Engels): T kg·m·s−4 , N ·s−2
MT−5
snatch (Engels): S kg·m·s−5 , N ·s−3
MT−6
shake (Engels): Sh kg·m·s−6 , N ·s−4
Elementaire begrippen in de mechanica