Eduard Potjes
Eduard Potjes Edouard Potjes Edward Potjes | ||||
---|---|---|---|---|
Eduard Potjes (rond 1900)
| ||||
Volledige naam | Eduard Adriaan Nicolaas Potjes | |||
Geboren | 13 augustus 1860 | |||
Overleden | 4 januari 1931 | |||
Beroep(en) | pianist, muziekpedagoog | |||
(en) MusicBrainz-profiel | ||||
|
Eduard Adriaan Nicolaas Potjes (Nijmegen, 13 augustus 1860 – Seattle, 4 januari 1931) was een internationaal pianist en componist van Nederlandse komaf.[1]
Hij was zoon van kantoorbediende Leonard Adriaan Potjes en Maria Huijbers. Hijzelf is rond 1894 in zijn Gentse periode wonende aan Coupure Rechts getrouwd met Irma De Keghel.
Hij kreeg zijn muziekopleiding allereerst op de piano van zijn vader die wel piano en viool kon spelen. Dit werd aangevuld door lessen bij oom Hendrik Potjes in Boxmeer, eveneens amateurpianist. Potjes ging studeren aan Abdij Rolduc. Andere docenten uit zijn beginperiode, dat begon op zevenjarige leeftijd waren P. van Merkestein in Nijmegen en Grégoire van Dyck in Boxmeer.
Van 1878 tot 1880 was hij leerling van Richard Hol op het gebied van piano en compositieleer. In het najaar van 1880 schreef hij zich in aan het Conservatorium van Keulen en ging studeren bij Ferdinand Hiller (compositie) en James Kwast (piano). Vermoedelijk heeft hij ook nog enige tijd les gehad van Carl Reinecke in Leipzig.
Hij vestigde zich vervolgens als muziekleraar en pianist te Antwerpen. Hij maakte in zijn Duitse periode kennis met Franz Liszt, die hem of enkele lessen gaf of alleen maar bewondering over hem sprak, en hem aanraadde les te gaan geven aan het Pädagogium in Straatsburg. Hij kon er echter niet aarden en keerde na een concertreis door Nederland terug naar Antwerpen. Hij maakte als solopianist reizen door West-Europa; in 1893 vestigde zich hij in Gent, ook weer als docent, maar dan aan de Conservatorium van Gent. Er volgt een periode waarin nauwelijks iets van hem bekend is, behalve de uitvoering van zijn twee opera’s, Ariane (Gent, 23 maart 1903) en Lorenzo Murano (Antwerpen, 31 oktober 1912).
Zijn naam duikt pas op wanneer hij op 4 december 1916 zich als oorlogsvluchteling meldt op Ellis Island.[2] Hij vestigde zich in de Verenigde Staten, waarbij hij muziekonderwijzer werd aan diverse instellingen in Somerville (Massachusetts) en Nashville (Tennessee) (Ward-Belmont). Hij is vanaf 1922 te vinden is in Seattle. Hij werd er docent aan de Cornish School of Music, gevolgd door nog een aantal jaren privéleraar. Vermoedelijk concerteerde hij in die periode ook met de verre voorloper van de Seattle Symphony.
Alhoewel al jaren in de Verenigde Staten wonende werd hij in 1921 benoemd tot ridder in de Belgische Leopoldsorde. De Universiteit van Washington heeft een fonds naar hem genoemd: The Edouard Potjes Papers. Hij overleed in het Columbus Hospital aan een hartinfarct en werd op 8 januari 1931 begraven op Calvary.[3]
Hij schreef een aantal werken waarvan het merendeel (tot 1913) werd uitgegeven bij Augener & Cie:
- Pastorale (opus 8)
- Deux danses
- Valse brillante (opus 11)
- Humble violette (opus 3)
- Feuillet d’album
- Suite de danses
- Grande valse caprice
- Villenelle danse pastorale (opus 9)
- Trois morceaux pour piano (opus 15)
- Ballade (opgedragen aan koning Willem III)
- Missa solemnis (koor, orgel, harp, strijkorkest)
- Sonate
- minstens twee opera’s
- Eduard A. Melchior: Woordenboek der toonkunst 1890, pagina 534
- J.H. Letzer: Muzikaal Nederland 1850-1910. Bio-bibliographisch woordenboek van Nederlandsche toonkunstenaars en toonkunstenaressen - Alsmede van schrijvers en schrijfsters op muziek-literarisch gebied, 2. uitgaaf met aanvullingen en verbeteringen. Utrecht: J. L. Beijers, 1913, pagina 139
- Geïllustreerd muzieklexicon, onder redactie van Mr. G. Keller en Philip Kruseman, medewerking van Sem Dresden, Wouter Hutschenruijter (1859-1943), Willem Landré, Alexander Voormolen en Henri Zagwijn; uitgegeven in 1932/1949 bij J. Philips Kruseman, Den Haag; pagina 581
- Flavie Roquet: Lexicon Vlaamse componisten geboren na 1800, Roeselare, Roularta Books, 2007, 946 p., ISBN 978-90-8679-090-6; pagina 570, idem houdt plaats van overlijden in het ongewisse Berlijn of Seattle; noemt eerste naam Edward
- Studiecentrum Vlaamse Muziek (geraadpleegd 29 juli 2021) met veel onzekerheden over Amerikaanse periode
- De Coupure in Gent: scheiding en verbinding, idem omtrent overlijden
- Provinciale Geldersche en Nijmeegsche Courant, 9 januari 1931, In memoriam Eduard Potjes
- ↑ Familysearch, Washington State Board of Health, overleden 4 januari 1931
- ↑ Op de lijst New York Passenger Arrivals meldt hij dat hij in Gent geboren is en 48 jaar is, maar in periode 1861-1870 is er geen Potjes geboren in Gent.
- ↑ The Catholic Northwest Progress, Volume 27, Number 2: "Noted composer is buried from the Cathedral" (9 januari 1931)