Aangezien Landgraaf zich al eerder terugtrok als etappeplaats was er deze keer geen koninginnenrit door het heuvelland. De etappe van Beek naar Roermond is voor een deel door het heuvelland afgelegd maar de laatste 60 kilometer waren nagenoeg vlak en de etappe is dan ook gewonnen door de sprinter Tom Boonen.
Op 21 april 2008 heeft de gemeente Nieuwegein getekend voor het ontvangen van de Eneco Tour[1].
In de proloog van 4,4 kilometer had de FransmanCyril Lemoine lange tijd de beste tijd, omdat hij vrij vroeg — toen het parcours er nog droog bij lag — mocht starten. Later begon het te regenen en werden er minder risico's genomen. Hierdoor beten enkele tijdritspecialisten, zoals Stijn Devolder, Leif Hoste, Michael Rogers en Joost Posthuma, hun tanden stuk op Lemoines tijd. Hij leek heel lang op weg naar de dagzege, maar José Iván Gutiérrez, eindwinnaar van de vorige editie en dus als laatste gestart, kon zijn tijd nog verbeteren: hij deed een kleine seconde minder lang over het parcours dan Lemoine. Hij werd meteen ook de eerste leider. Voor België was het een geslaagde dag: met 3 Belgen bij de tien eersten waren ze het best vertegenwoordigd. Koen de Kort was de enige Nederlander bij de eerste tien.
In de eerste rit in lijn waren het twee thuisrijders die zich toonden: Floris Goesinnen koos vroeg in de etappe het hazenpad, om later het gezelschap te krijgen van Bram Tankink. De premies onderweg werden netjes verdeeld: Tankink nam de tussensprints voor zijn rekening en Goesinnen kwam als eerste boven op drie kleine hellingen. Ze werden ingerekend op 11 kilometer van de streep en het kwam tot een massasprint.
Quick-Step zette een treintje op en Tom Boonen af in de laatste rechte lijn. Die haalde het met gemak voor twee Italianen en Belgisch kampioen Jürgen Roelandts.
Het eerste wedstrijduur van de tweede etappe werd gekenmerkt door een moordend tempo, waardoor niemand kon ontsnappen. Daarna ontstond er een vlucht van vijf renners: Matthé Pronk, Artur Gajek, Ermanno Capelli, Javier Lorente en David Deroo. Negen kilometer voor het einde werden ze ingerekend, en het kwam opnieuw tot een massasprint. Team Columbia nam het heft in handen in de laatste kilometers, André Greipel won, Juan José Haedo werd tweede. Een landgenoot van Greipel, Robert Förster, mocht nog mee op het podium. José Iván Gutiérrez mocht opnieuw de witte leiderstrui aantrekken.
De tweede ontsnapping van de dag was de goede; ze bestond uit zes renners: Mirko Selvaggi, Lars Bak, Frank Høj, Maarten Wijnants, André Greipel en opnieuw Maarten Tjallingii. Greipel was het best geplaatst in het algemene klassement en nam onderweg zo veel mogelijk bonificatieseconden mee. Maar een massasprint was opnieuw onvermijdelijk, want op acht kilometer voor de finish waren de zes er aan voor de moeite. Tom Boonen zat ideaal in het wiel van Kenny van Hummel, plaatste zijn versnelling en won. Van Hummel finishte als tweede, Edvald Boasson Hagen werd derde en behaalde zo zijn vierde top-10-notering in vijf dagen. Het werk onderweg van Greipel loonde: hij werd de nieuwe leider.
De rit werd gekleurd door twee renners: Lars Bak sprong — net als gisteren — vroeg in de etappe weg. Samen met zijn compagnon Maciej Bodnar reed hij een mooie voorsprong bijeen. Maar Quick-Step had een plannetje: ze probeerden opnieuw een waaier te trekken. En het lukte: het peloton brak opnieuw in stukken en werd afgeslankt tot een groep van 38 renners waarin alle (!) renners van Quick-Step (afgezien van de opgegeven Tom Boonen) zaten. Door dit hoge tempo maakten de vluchters geen schijn van een kans en werden ze ingelopen. Op de plaatselijke ronde volgden er geen aanvallen; het kwam tot een sprint. Daarin liet iedereen zich verrassen door Carlo Westphal, die op een halve kilometer van de streep vanuit 20ste positie naar de kop ging en stand hield zonder uit het zadel te komen. De op papier vijf beste sprinters van de groep kwamen tekort en bezetten de vijf volgende plaatsen.
Tijdens een razendsnel eerste wedstrijduur ontstond een kopgroep van 19 met drie renners uit de top-10: Sébastien Rosseler (vierde), Michael Rogers (vijfde) en Bram Tankink (negende). Het peloton liet daarom niet begaan en het kwam bijna tot een hergroepering: de helft liet zich inlopen, maar negen renners — zonder belangrijke kanshebbers voor de eindzege — zetten door: Mauro Da Dalto, Marco Marcato, Jimmy Engoulvent, Frank Høj, Anders Lund, Leif Hoste (de enige Belg), en de twee NederlandersBram de Groot en Floris Goesinnen. Die laatste kwam op de drie bergsprints als eerste boven en verzekerde zich zo van de klimmerstrofee. Heel lang leek het alsof ze het zouden gaan halen, maar net voor de slotkilometer kwam alles samen. Maar Engoulvent legde zich nog niet neer bij de hergroepering: in een wanhoopspoging stormde hij richting aankomst. Edvald Boasson Hagen poogde zijn ploegmaat en klassementsleider André Greipel veilig over de streep te brengen, maar hij maakte heel snel terrein goed op Engoulvent en ging er in de laatste hectometer over. Greipel behield zijn witte leiderstrui.
De slottijdrit zou beslissen wie de eindlaureaat zou worden van deze Eneco Tour: André Greipel moest proberen stand te houden tegen enkele kanonnen zoals José Iván Gutiérrez en Michael Rogers. Ook twee Belgen werden bij de kanshebbers gerekend: Sébastien Rosseler en Stijn Devolder. Maar voor de etappewinst kwamen ze merkwaardig genoeg allemaal te kort. Het parcours — zo goed als geen bochten en lange rechte stukken in de open vlakte — was op het lijf geschreven van de rouleurs, zoals de LetRaivis Belohvoščiks. Ook Devolder, Rogers en Rosseler deden het uitstekend, maar Gutiérrez was de beste van alle specialisten: ondanks het feit dat hij in de slotkilometer zijn zadel verloor en dus lange tijd op de trappers moest blijven lopen, verloor hij maar 8 seconden op Belohvoščiks. André Greipel werd negende — wel knap voor zijn beperkte tijdrijderscapaciteiten, maar 14 seconden te traag voor de eindwinst. Die ging voor de tweede opeenvolgende keer naar José Iván Gutiérrez, die een handvol seconden overhield op Sébastien Rosseler, ook vorige editie tweede. Greipel viel uiteindelijk nog naast het podium en werd vijfde.