Henry Stimson
Henry Lewis Stimson (New York, 21 september 1867 – Long Island, 20 oktober 1950) was een Amerikaans politicus.
Loopbaan
[bewerken | brontekst bewerken]Stimson was minister van oorlog in de regering van William Howard Taft van 1911 tot 1913 en gouverneur-generaal van de Filipijnen (1927 tot 1929). Hij werd minister van Buitenlandse Zaken in de regering van Herbert Hoover van 1929 tot 1933 en voor een tweede keer minister van Oorlog van 1940 tot 1945 in de regeringen van Franklin Delano Roosevelt en Harry S. Truman.
Stimson-doctrine
[bewerken | brontekst bewerken]Na de verovering van Mantsjoekwo door Japan in 1931 lanceerde Stimson de doctrine dat een staat die door een leger is veroverd, niet diplomatiek erkend kan worden.
Stimson en het Proces van Neurenberg
[bewerken | brontekst bewerken]Binnen de Verenigde Staten was onenigheid over de behandeling en berechting van oorlogsmisdadigers na de Tweede Wereldoorlog. Henry Morgenthau jr., de minister van Financiën, wilde dat oorlogsmisdadigers geïdentificeerd en snel geëxecuteerd werden. Stimson was daarentegen voorstander van een Internationaal Tribunaal. Aan de verdachten moest de aanklacht bekendgemaakt worden, ze hadden het recht om gehoord te worden en konden ter verdediging getuigen oproepen. Deze opzet was verenigbaar met Bill of Rights. Stimson kon deze eis neerleggen doordat het verzamelen van de bewijslast tegen de verdachten onder zijn ministerie viel. Deze eisen zijn uiteindelijk de opzet geworden voor het Proces van Neurenberg.[1]
De "redder" van Kyōto
[bewerken | brontekst bewerken]Stimson was als minister van Oorlog vanaf 1940 betrokken bij het Manhattanproject, de operatie waarmee de Verenigde Staten tijdens de Tweede Wereldoorlog de atoombom ontwikkelde.[2] Hij was voorstander van het gebruik van de atoombom tegen Japan, maar verzette zich krachtig tegen de vernietiging van Kyōto, de stad waar hij 30 jaar eerder op huwelijksreis was geweest, maar die bovenaan stond op de zwarte lijst van de legerstaf. Ten slotte werden in augustus 1945 Hiroshima en Nagasaki gebombardeerd. Hij werd onderscheiden met de normaal aan militairen verleende Army Distinguished Service Medal.
- ↑ Richard Overy, De Verhoren. De nazi-elite ondervraagd (Amsterdam 2002) 32.
- ↑ David McCullough (1992): Truman, Simon & Schuster, New York, ISBN 0671456547.