Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Hieronder staat een lijst van spreekwoorden met steekwoorden die beginnen met een letter in de serie F-J.
gat
- Wie zijn gat brandt, moet op de blaren zitten.
- Wie een risico neemt, moet de gevolgen dragen.
gek
- Gekken en dwazen schrijven hun namen op muren (of deuren) en glazen.
- Mensen die het minst te melden hebben, schreeuwen vaak het hardst.
- Al te goed is buurmans gek.
- Zie: goed.
geld
- Geld dat stom is, maakt recht wat krom is.
- Mensen kunnen door financiële bevoordeling ertoe gebracht worden om onrecht toe te laten.
- Of: Financiële compensatie voor ondergaan onrecht of geleden schade of pijn.
- Of: Mensen kunnen niet recht praten wat krom is; "geld dat stom is" (geen stem heeft), kan dat wel.
- Geld stinkt niet. (Naar Vespasianus, zie ook: Pecunia non olet.)
- Geld wordt geaccepteerd, ongeacht of het eerlijk verkregen is.
- Voor geld kun je de duivel doen dansen.
- Met geld kun je alles gedaan krijgen.
- Alle waar is naar zijn geld.
- Van iets goedkoops mag je geen topkwaliteit verwachten.
- Als het geld op is, is het kopen gedaan.
- Zonder liquide middelen zijn er geen uitgaven meer mogelijk.
- Je moet geen goed geld achter slecht geld aangooien.
- Je moet geen geld besteden aan een zaak die niet meer in stand kan worden gehouden.
- "Het is kruis of munt", zei de non en ze trouwde de bankier.
- Een keuze voor het materiële kan ten koste gaan van het spirituele.
geloof
- Twee geloven op een kussen, daar komt (of slaapt) de duivel tussen.
- Een paartje afkomstig uit twee verschillende religies, kan moeilijkheden verwachten.
geluk
- Zonder geluk vaart niemand wel.
- Je kunt je eigen voorspoed en geluk hooguit beïnvloeden, maar het hangt ook af van zaken die je niet in de hand hebt.
getij
- Als het getij verandert (of: verloopt), verzet men de bakens.
- Als de omstandigheden veranderen, past men zijn tactiek aan.
gezelligheid
- Gezelligheid kent geen tijd.
- Als het gezellig is, is het niet erg als het wat later wordt.
goed
- Wie goed doet, goed ontmoet.
- Wie de ander hulpvaardig tegemoet treedt, zal ook zelf welwillend worden benaderd.
- Al te goed is buurmans gek.
- Als je altijd iedereen helpt, zal iemand er misbruik van maken.
- Een goed begin is het halve werk.
- Door een goede voorbereiding is het meeste werk al gedaan.
- Goede naam is beter dan goede olie.
- Een goede reputatie is beter dan veel geld.
goedkoop
- Goedkoop is duurkoop.
- Iets goedkoops kan later kosten veroorzaken, bijvoorbeeld door slechte werking, reparaties of onderhoud.
goud
- Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding.
- Een mooie versiering verandert niet de slechte aard van een zaak.
- De ochtendstond (of morgenstond) heeft goud in de mond.
- Door vroeg te beginnen kan men meer werk verrichten.
- Het is niet alles goud wat er blinkt.
- Niet alles is zo mooi als het er aanvankelijk uitziet.
- Spreken is zilver, zwijgen is goud.
- Soms is het beter te zwijgen.
gras
- Gras gaat niet harder groeien als je eraan trekt.
- Sommige dingen hebben tijd nodig.
- Het gras bij de buren is altijd groener.
- Bij een ander lijkt alles altijd beter te zijn.
haak
- Aan de haak slaan.
- Iets waardevols binnenhalen.
haan
- Vroeger, toen kraaiden de hanen nog. Tegenwoordig gapen ze alleen nog maar, zei de dove.
- Veranderingen in een situatie zijn vaak niet feitelijk, maar een subjectieve beleving.
haard
- Eigen haard is goud waard.
- Een eigen woonplek is veel waard.
half
- Beter een half ei, dan een lege dop.
- Zie bij ei.
- Beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald.
- Het is beter iets halverwege af te breken, als het een verkeerde onderneming blijkt te zijn. Of: Als iemand een misstap heeft begaan, is het beter als hij het niet doorzet.
- Een goed verstaander heeft maar een half woord nodig.
- Een opmerkzame luisteraar kan een onduidelijke of onvolledige mededeling toch wel begrijpen.
hamer
- Wanneer je enige gereedschap een hamer is, zie je overal spijkers. Ook: Als je een hamer bent, zie je overal spijkers.
- Een mens ziet overal toepassingsmogelijkheden voor dat waar hij zelf goed in is, soms ten onrechte.
- Onder de hamer.
- Iets verkopen, ten gelde maken.
hand
- Als de ene hand de andere wast, worden ze beide schoon.
- Elkaar helpen geeft beiden voordeel.
- Vele handen maken licht werk.
- Een grote klus is met meer mensen sneller geklaard.
- Een kinderhand is gauw gevuld.
- Met een kleinigheid tevreden zijn.
- Je bijt niet in de hand die je voedt.
- Je maakt geen ruzie met mensen waar je afhankelijk van bent.
- Beter één vogel in de hand, dan tien in de lucht.
- Je kunt niet alles hebben.
haring
- Die haring braadt niet.
- Dat (meestal geniepige) plannetje schijnt niet te lukken.
hart
- Waar het hart vol van is, stroomt (of loopt) de mond van over.
- Waar men heel erg mee bezig is, daar wil men over praten.
- Uit het oog, uit het hart.
- De aandacht voor iemand verliezen, als die persoon niet meer in de nabijheid is.
- Hoe hoger het hart, hoe lager de ziel. (uit het Fries)
- Hoogmoed is het kenmerk van een dwaas.
haas
- Zo lopen de hazen.
- Zo is het leven.
- Of je nu rent als een haas of kruipt als een slak, nieuwjaar blijft op 1 januari.
- Voor iedereen verstrijkt de tijd even snel.
heelmeester
- Zachte heelmeesters maken stinkende wonden.
- Een halve (slappe, laffe) oplossing maakt het probleem alleen maar erger.
hemd
- Belofte is een hemd der dwazen.
- Een nietszeggende belofte kan toch tijdelijk gelukkig maken.
- Het hemd is nader dan de rok.
- Als er keuzes gemaakt moeten worden gaan de eigen belangen of die van naaste familieleden voor die van anderen.
- Het laatste hemd heeft geen zakken. Ook: een doodshemd heeft geen zakken.
- Als je dood bent, heb je niets meer aan al je bezittingen of rijkdom.
hoed
- Met de hoed in de hand komt men door het ganse land.
- Met beleefdheid kun je veel bereiken.
- Men moet zijn hoed niet afnemen, voor men gegroet wordt.
- Men moet een ander nooit in de rede vallen.
- Die het grootste hoofd heeft, moet de grootste hoed hebben.
- Iemand die het recht heeft op het grootste deel, moet dat ook krijgen.
hoer
- Hoeren en dieven, met geld zijn zij mijn gelieven.
- Met geld krijg je vrienden.
- Hoer en tollenaar zijn onze lieve HEER ook dierbaar.
- Hoe slecht je afkomst is, God houdt van je.
hond
- Wie een hond wil slaan, vindt altijd wel een stok. (Ook: .. vindt licht een stok.)
- Als je kritiek wil hebben op iemand, vind je altijd wel een reden.
- Men moet geen slapende honden wakker maken.
- Zwijgen over iets, om te voorkomen dat een autoriteit op het idee komt om er werk van te maken.
- Blaffende honden bijten niet.
- Als iemand zich dreigend voordoet, hoeft dat nog niet per se te betekenen dat diegene zijn dreiging ook daadwerkelijk zal gaan waarmaken.
- Wanneer twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen.
- Als twee strijdende personen of partijen zich richten op elkaar, kan een ander daarvan profiteren door zich datgene toe te eigenen waar om gestreden wordt.
- Met onwillige honden is het kwaad hazen vangen.
- Als iemand niet wil heb je er weinig aan.
- Komt men over de hond, dan komt men over de staart.
- Als de grootste moeilijkheden overwonnen zijn, dan komt de rest vanzelf.
- Dode honden bijten niet (al zien ze lelijk).
- Van doden is geen gevaar te duchten.
- Wie zich voor hond verhuurt, moet de botten kluiven.
- Wie zich onderdanig gedraagt, wordt als knecht behandeld.
- 't Moet al een ruige hond wezen, die twee nesten warm houden kan.
- Alleen een rijke man kan er een tweede vrouw op na houden.
- Als oude honden blaffen, is het tijd om uit te zien.
- Als ervaren mensen waarschuwen moet je luisteren.
- Wie met honden omgaat, krijgt vlooien.
- Wie in slecht gezelschap verkeert, neemt slechte gewoonten over.
- Het bekomt hem als de hond de knuppel na het stelen van de worst.
- Het valt hem zwaar tegen.
- Veel honden zijn der hazen dood.
- Voor de overmacht moet men wel bezwijken.
- Als honden konden bidden, zou het kluiven regenen.
- "Als" is een niet ter zake doende opmerking.
honger
- Honger maakt rauwe bonen zoet. Ook: Honger is de beste saus.
- Als men honger heeft, is men niet kieskeurig; dan smaakt alles lekker.
- Honger is een scherp zwaard.
- Honger maakt van goede mensen misdadigers.
honing
- Voor honing danst de beer.
- Voor wat hoort wat.
- Men vangt meer vliegen met een druppel honing dan met een vat azijn.
- Een vriendelijk woord heeft meer effect dan een lange, boze tirade.
hoogmoed
- Hoogmoed komt vóór de val.
- Wie een hoge dunk heeft van zijn eigen kwaliteiten gaat ten onder.
hout
- Alle hout is nog geen timmerhout.
- Niet iedereen heeft hetzelfde talent voor een bepaalde activiteit.
- Van dik hout zaagt men planken.
- Voortvarend maar niet al te nauwkeurig te werk gaan.
huis
- Ieder huisje heeft zijn kruisje.
- Er mankeert overal wel iets.
- Wat het huis verliest, brengt het weer terug.
- Als men iets in huis zoekmaakt, komt het meestal vanzelf weer tevoorschijn.
- Wie in een glazen huis woont, moet geen stenen gooien op zijn buurmans dak.
- Wie zelf aan kritiek is blootgesteld, moet anderen niet bekritiseren.
ijzer
- Men moet het ijzer smeden als het heet is.
- Handelen op het moment dat de omstandigheden gunstig zijn.
- Hard ijzer wordt in heet vuur gesmeed.
- Mensen worden gevormd door moeilijke of uitdagende ervaringen.
- Men kan geen ijzer met handen breken.
- Je kunt het onmogelijke niet mogelijk maken.
jager
- De gestadige jager wint.
- Regelmatig doorzetten geeft het beste resultaat.
Jan
- Beter blode Jan dan dode Jan.
- Ook: Beter blô Jan dan dô Jan.
- Het is verstandig om voorzichtig te zijn.
jatmous
- Een jatmous van een wijf, maakt de nering stroef en stijf.
- Het brengt ongeluk als je eerste klant een vrouw is.
jood
- Twee joden weten wat een bril kost.
- Twee gelijkgestemde mensen bedriegen elkaar moeilijk.
jong
- Jong geleerd, oud gedaan.
- Wat men in zijn jeugd leert, kan en kent men nog als men oud is.
- Jong bier moet gisten.
- Kinderen hebben recht op plezier.