Naar inhoud springen

Rijksstad Zell am Harmersbach

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Reichsstadt Zell
Land in het Heilige Roomse Rijk Wapen Heilige Roomse Rijk
14e eeuw – 1803 Rijksdal Harmersbach 
Keurvorstendom Baden 
Algemene gegevens
Hoofdstad Zell am Harmersbach
Oppervlakte 110 km² (ca. 1800)[1]
Bevolking 5000 (ca. 1800)[2]
Talen Duitse dialecten
Religie Rooms-katholiek
Politieke gegevens
Regeringsvorm Rijksstad
Rijksdag 1 stem op de Zwabische Bank in de Raad van Steden
Kreits Zwabische Kreits

De rijksstad Zell am Harmersbach was een tot de Zwabische Kreits behorende rijksstad binnen het Heilige Roomse Rijk.

In 1139 werd de plaats als Cella voor het eerst vermeld. De naam Zell verwijst naar een kloostercel van het klooster Gengenbach. Het klooster verleende zijn vestiging aan de Harmersbach stadsrechten. De rechten die de hertogen van Zähringen hebben, kwamen na hun uitsterven in 1218 aan keizer Frederik II. Na 1268 werd de stad rijksvrij. Omstreeks 1550 breidden de aartshertogen van Oostenrijk hun macht in de regio uit door de inlijving van het rijksgoed in de Ortenau. Dit vormde een bedreiging voor de zelfstandigheid van de rijksstad. In vereniging met de naburige rijkssteden Offenburg en Gengenbach werd deze verdedigd. De stad was de kleinste van alle vrije rijkssteden, maar heeft wel vier onderhorige dorpen: Nordrach, Biberach, Oberharmersbach en Niederharmersbach. Er was een voortdurende strijd tussen de stad en de naar onafhankelijkheid strevende boeren in de dorpen. In 1718 werd de stad gedwongen de onafhankelijkheid van het rijksdal Harmersbach te erkennen.

In de Reichsdeputationshauptschluss van 25 februari 1803 werd in paragraaf 5 de inlijving bij het nieuwe keurvorstendom Baden vastgesteld.

  1. (en) P. H. Wilson (2004): From Reich to revolution: German history, 1558-1806, eerste druk, Palgrave Macmillan, Basingstoke, blz. 379
  2. Waarvan 3000 binnen en 2000 buiten de stadsmuren, (en) P. H. Wilson (2004): From Reich to revolution: German history, 1558-1806, eerste druk, Palgrave Macmillan, Basingstoke, blz. 379