Naar inhoud springen

dut

Uit WikiWoordenboek
  • dut
enkelvoud meervoud
naamwoord dut dutten
verkleinwoord dutje dutjes

de dutm

  1. een korte, lichte slaap
    • Na de middag zou je wel eens een dutje willen doen. 
vervoeging van
dutten

dut

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van dutten
  2. gebiedende wijs van dutten
89 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


dut

  1. melk


dut

  1. (plantkunde), (voeding) moerbei