farbror

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /ˡfɑːɾbɾuːɾ/

• far·bror

• Samenstelling van far en bror.

farbror m

1. (familie) oom (van vaderszijde)

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	farbror	farbroren	farbrødre	farbrødrene
genitief	farbrors	farbrorens	farbrødres	farbrødrenes

• morbror
• farsøster, faster

• onkel

• morsøster, moster

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /ˡfɑːɾbɾuːɾ/

• far·bror

• Samenstelling van far en bror.

farbror m

1. (familie) oom (van vaderszijde)

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	farbror	farbroren	farbrør	farbrørne
genitief	farbrors	farbrorens	farbrørs	farbrørnes

• morbror
• farsøster, faster

• onkel

• morsyster, moster
• (bijvorm) morsøster

• Geluid:  farbror    (hulp, bestand)

• far·bror

• Samenstelling van far en bror.

farbror g

1. (familie) oom (van vaderszijde)

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	farbror	farbrodern	farbröder	farbröderna
genitief	farbrors	farbroderns	farbröders	farbrödernas

• morbror

• faster, moster