svor
Uiterlijk
- svor
Naar frequentie | 20214 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | svor | svoren | svorer | svorene |
genitief | svors | svorens | svorers | svorenes |
svor, m
- (voeding) zwoerd, zwoord
- (spreektaal) zongebruinde huid
- (tuinbouw), (streektaal) graszode
- [1]: baconsvor zn
- [1]: fleskesvor zn
- [3]: gress-svor zn
- [3]: gressvor zn
- sprøstekt svor
krokant gebakken zwoerd
- [1]: flesk zn
- [1]: hud zn
- [1]: skinn zn
- [3]: grasdekke zn
- [3]: grastorv zn
- [3]: gressdekke zn
- [3]: gresstorv zn
- svor
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | svor | svoren | svorar | svorane |
svor, m
- sprøsteikt svor
krokant gebakken zwoerd
Categorieën:
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 4
- Woorden in het Noors met audioweergave
- Woorden in het Noors met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Noors
- Voeding in het Noors
- Spreektaal in het Noors
- Tuinbouw in het Noors
- Noorse woorden naar herkomst uit het Oudnoords
- Woorden in het Nynorsk
- Woorden in het Nynorsk van lengte 4
- Woorden in het Nynorsk met audioweergave
- Woorden in het Nynorsk met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nynorsk
- Voeding in het Nynorsk
- Tuinbouw in het Nynorsk
- Nynorske woorden naar herkomst uit het Oudnoords