Naar inhoud springen

Georg Michaelis

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Georg Michaelis

Georg Michaelis (Haynau (Silezië), 8 september 1857 - Bad Saarow (Brandenburg), 24 juli 1936) was een Duits jurist en staatsman. Hij was in 1917 korte tijd rijkskanselier en premier van Pruisen.

Hij stamde uit een juristengeslacht en groeide op in Frankfurt (Oder). Na zijn eindexamen in 1876 studeerde hij rechtswetenschappen in Breslau, Leipzig en Würzburg. Na in 1874 te Göttingen te zijn gepromoveerd, werd hij in 1885 medewerker bij het Openbaar Ministerie te Berlijn. Van 1885 tot 1889 doceerde hij te aan de Schule deutscher Rechtswissenschaften in Tokio. Terug in Duitsland trad hij in dienst bij de Pruisische overheid (1889-1891). Vervolgens werd hij Officier van Justitie in Schneidemühl (1891-1892), regeringsraad in Trier (1892-1895) en in Arnsberg (1895-1897), refendaris (Oberregierungsrat) en afdelingschef in Berlijn (1897-1900), plaatsvervangend regeringspresident in Liegnitz (1900-1902) en Oberpräsidialrat in Breslau (1902-1909).

Hij werd in 1909 onderstaatssecretaris in het Pruisische ministerie van Financiën en na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914 leider van het rijksbureau voor graan (Reichsgetreidestelle), in welke hoedanigheid hij gedurende de oorlog verantwoordelijk was voor de distributie van Pruisische graanproducten. In 1917 werd hij bevorderd tot secretaris-generaal voor voedselvoorziening.

Toen Theobald von Bethmann Hollweg door de Oberste Heeresleitung tot aftreden werd gedwongen, werd de relatief onbekende Michaelis op 17 juli 1917 tot veler verbazing als zijn opvolger tot rijkskanselier en premier van Pruisen benoemd. Hij was daarmee de eerste niet-adellijke rijkskanselier.

Reeds vijf dagen na zijn aanstelling jaagde hij door zijn houding jegens de vredesresolutie van Matthias Erzberger - die hij door de toevoeging "zoals ik ze opvat" praktisch waardeloos maakte - de meerderheidspartijen in de Rijksdag tegen zich in het harnas. Bovendien verzette hij zich tegen de door deze voorgestelde liberale hervormingen. Op het vredesvoorstel van paus Benedictus XV gaf hij geen duidelijke reactie. Als premier van Pruisen hield hij een hervorming van het kiesstelsel tegen.

Omdat hij steeds meer als een marionet van Paul von Hindenburg en Erich Ludendorff werd gezien, werd Michaelis op 31 oktober 1917 - slechts drieënhalve maand na zijn aanstelling - gedwongen af te treden. Een poging wel premier van Pruisen te blijven mislukte. Hij weigerde een functie in het kabinet van zijn opvolger Georg von Hertling.

Van 1 april 1918 tot 31 maart 1919 was hij Oberpräsident van de provincie Pommeren. Als zodanig werkte hij tegen het einde van de oorlog met de plaatselijke Arbeiders- en Soldatenraad samen, maar hij werd door de socialistische regering in Berlijn toch afgezet. Hierna wijdde hij zich aan de studentenwereld en de kerk en werd hij lid van de Deutschnationale Volkspartei. Hij stierf op 24 juli 1936 in Bad Saarow.

Michaelis was gehuwd met Margarete Schmidt (1869–1958) en had twee zoons: Karl (1900) en Gottfried (1904).

Tijdens zijn korte regering werd hij in de Orde van de Kroon van Wijnruit opgenomen. De familie heeft de versierselen in 2007 verkocht.[1]

  • Für Staat und Volk. Eine Lebensgeschichte (Furche, Berlijn 1922)
  • Weltreisegedanken (Furche, Berlijn 1923)
Voorganger:
Theobald von Bethmann Hollweg
Rijkskanselier
Regering-Michaelis
1917
Opvolger:
Georg von Hertling
Voorganger:
Theobald von Bethmann Hollweg
Minister-president van Pruisen
1917
Opvolger:
Georg von Hertling
Voorganger:
Hermann von Ziller
Eerste president van Pommeren
1919-1920
Opvolger:
Julius Lippmann