Naar inhoud springen

vista

Uit WikiWoordenboek
  • vis·ta
enkelvoud meervoud
vista vistas

vista v

  1. gezichtsvermogen, zicht
  2. aanblik
  3. blik
  4. uitzicht
  5. vergezicht
  6. douanebeambte
vervoeging van
vestir

vista

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van vestir
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van vestir
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van vestir